Ingediend | 15 mei 2014 |
---|---|
Beantwoord | 5 juni 2014 (na 21 dagen) |
Indiener | Reinette Klever (PVV) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | gezondheidsrisico's ziekten en behandelingen zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z08820.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-2135.html |
Ik verwijs naar mijn brief van 14 mei 2014 (Tweede Kamer, 2013–2014, 32 793, nr. 145) over een patiënt met MERS-Coronavirus in Nederland.
Zie antwoord vraag 1.
Bij het contactonderzoek zijn door de betrokken GGD’en en ziekenhuizen alle personen in kaart gebracht die nauw contact hebben gehad met de patiënten, conform de daarvoor opgestelde criteria. Deze nauwe contacten zijn allemaal bereikt en hun gezondheidstoestand wordt actief gevolgd.
Uit voorzorg zijn ook de medepassagiers die vlakbij de twee patiënten hebben gezeten tijdens hun terugvlucht geïnventariseerd. Zij zijn, op 1 na, ook bereikt en hun gezondheidstoestand wordt ook actief gevolgd.
Sinds het begin van de uitbraak in 2012 zijn GGD’en, reizigers en artsen in Nederland met regelmaat geïnformeerd door het RIVM. Het LCR (Landelijke Coördinatie Reizigersadvisering) heeft in de folder die speciaal is opgesteld voor personen die naar de Hadj gaan informatie opgenomen over het MERS-virus en over voorzorgsmaatregelen om besmetting te voorkomen. Deze folders worden gebruikt door alle vaccinatiecentra. Daardoor kunnen reizigers preventieve maatregelen nemen om niet geïnfecteerd te raken, kunnen artsen en terugkerende reizigers alert zijn op klachten passend bij een MERS infectie en kunnen de GGD en het RIVM passende maatregelen nemen bij een melding van een verdachte patiënt. Patiënten worden geïsoleerd verzorgd.
Nee. Per jaar reizen er vele duizenden mensen vanuit Nederland naar het Midden-Oosten. Het is niet nodig en niet haalbaar om al deze mensen bij thuiskomst te testen op het MERS-Corona virus. Wel vind ik het belangrijk om reizigers en artsen optimaal te informeren over MERS en andere infectieziekten, zodat zij snel en adequaat kunnen reageren wanneer een reiziger met gezondheidsklachten terugkeert uit het buitenland. Hiermee sluit ik aan bij de adviezen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC).