Ingediend | 2 mei 2014 |
---|---|
Beantwoord | 18 juni 2014 (na 47 dagen) |
Indiener | Michiel van Nispen |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | recht rechtspraak |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z08101.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-2262.html |
Ik heb kennisgenomen van het in de vraag bedoelde rapport. Enkele onderzoekers van de Universiteit Leiden hebben in opdracht van de Raad voor de rechtspraak onderzoek gedaan naar systeemwaarborgen ter bevordering van de onafhankelijkheid, onpartijdigheid en integriteit van de rechtspraak. Voor mijn reactie verwijs ik u naar mijn antwoorden op de volgende vragen en mijn antwoorden op de schriftelijke vragen (kenmerk 2014Z08051, ingezonden 1 mei 2014) van het lid Helder van uw Kamer over dit rapport.
Het is van belang voortdurend aandacht te besteden aan integriteit. De wet stelt daarom grenzen aan de nevenfuncties die rechters kunnen vervullen; sommige nevenbetrekkingen zijn uitgesloten. Daarnaast toetst de functionele autoriteit de nevenfuncties die door rechters worden opgegeven op hun toelaatbaarheid (artikel 44 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren). Of al dan niet sprake is van ongewenste belangenverstrengeling speelt bij de toetsing en de beoordeling zeker een rol. De registratie van nevenbetrekkingen en de openbaarmaking van het register (www.rechtspraak.nl) zijn verplicht. De Leidraad onpartijdigheid en nevenfuncties in de Rechtspraak van de NVvR bevat aanbevelingen voor rechters over onder meer nevenfuncties en het niet behandelen van zaken waarbij familie, kennissen of voormalige werkgevers zijn betrokken.
Verder stimuleert de Rechtspraak het debat over integriteit (o.a. over belangenverstrengeling) door op een intranetpagina over integriteit een discussieforum beschikbaar te stellen en door discussiebijeenkomsten te organiseren. De Raad voor de rechtspraak organiseert bijvoorbeeld met de NVvR op 2 september aanstaande een discussiebijeenkomst over het genoemde onderzoeksrapport voor medewerkers van de Rechtspraak.
Aan de hand van de eerder genoemde adviezen en aanbevelingen, die voor een deel nog moeten worden uitgebracht, zal de noodzaak van het treffen van nadere maatregelen worden bezien. Ik verwijs verder naar mijn antwoord op vraag 4.
Zie antwoord vraag 2.
Het is van groot belang dat onze rechtspraak, die gebaseerd is op professionele rechters die het rechtsprekend ambt als hun hoofdbetrekking hebben, zo goed mogelijk maatschappelijk is ingebed. Het maatschappelijk draagvlak wordt mede gewaarborgd door de wijze waarop de rechter georiënteerd is op, en deelneemt aan de samenleving.2 Het is dan ook wenselijk dat rechters actief zijn op diverse fronten in het maatschappelijk verkeer. Het vervullen van nevenbetrekkingen door rechters is daarvoor bij uitstek geschikt. Grenzen worden daarbij getrokken door de wet, die sommige nevenbetrekkingen uitsluit, door de toetsing van nevenfuncties door de functionele autoriteit en door het gezond verstand van de rechter. Als hulpmiddel bij de beantwoording van de vraag of een nevenfunctie acceptabel is of niet, is binnen de Rechtspraak de Leidraad onpartijdigheid en nevenfuncties in de Rechtspraak ontwikkeld waarin algemene richtlijnen zijn opgenomen.
De Groep Staten tegen Corruptie van de Raad van Europa (GRECO) constateert dat Nederland van oudsher relatief weinig corruptiezaken en integriteitschendingen kent. In Nederland bestaat groot publiek vertrouwen in de integriteit van rechters. Op basis van diverse internationale rapporten kan geconcludeerd worden dat de integriteitsborging van de Rechtspraak goed is. GRECO heeft in 2013 bijvoorbeeld de Nederlandse aanpak om integriteit te borgen binnen onder meer de Rechtspraak positief gewaardeerd.3 Transparency International spreekt in zijn rapport van 2012 van een «zeer sterke integriteitsborging» van de zittende magistratuur.4 Ook blijkens de Eurobarometer 385 Justice in the EU is het vertrouwen van de samenleving in de onafhankelijkheid van de Nederlandse rechtspraak en van de Nederlandse rechter groot.5
Een werkgroep van de Rechtspraak, die zich sinds juni 2013 buigt over versterking van integriteitsmaatregelen van de Rechtspraak, is door de Raad voor de rechtspraak gevraagd met een advies te komen over het melden van financiële belangen van rechters (werkzaam in bepaalde rechtsgebieden), het melden van nevenfuncties van hun partners en de vraag of het raadzaam is die op te nemen in een openbaar register. Het advies is nog niet afgerond. De consequenties en de uitvoerbaarheid van een dergelijke maatregel kunnen op dit moment dan ook nog niet worden overzien.
Een deel van de aanbeveling om te komen tot meer organisatorische controle op het integriteitsbeleid is al opgepakt binnen de gerechten. De werkgroep integriteit heeft aanbevolen dat alle gerechten op korte termijn een integriteitscommissie in het leven roepen, alsmede een vertrouwenspersoon integriteit aanwijzen.
De onderzoekers bevelen ook aan om de beoordeling van klachten over rechters geanonimiseerd op internet raadpleegbaar te maken. Behandeling van klachten over rechters valt onder het domein van de gerechten. Onlangs hebben de Raad voor de rechtspraak en Presidentenvergadering onder andere de volgende aanbevelingen van het Project Kwaliteit en eenheid klachtbehandeling Rechtspraak overgenomen:7 bevorder het ter beschikking stellen aan de gerechten van databanken waarin de geanonimiseerde uitspraken van klachtprocedures kunnen worden gepubliceerd voor zowel intern als extern gebruik en8 publiceer jaarlijks op de lokale site van de gerechten een lokaal verslag klachtbehandeling op de pagina «Publicaties» op rechtspraak.nl.
Alvorens een beslissing wordt genomen over eventuele invoering van de overige aanbevelingen, is aan verschillende werkgroepen om nader advies gevraagd.
Deze werkgroepen onderzoeken de in het rapport genoemde aanbevelingen en doen hiervan verslag.
Overigens wil ik u er graag op wijzen dat de regering op dit moment een wijziging van de Grondwet in voorbereiding heeft, waarmee het recht op een eerlijk proces voor een onpartijdige en onafhankelijke rechter grondwettelijk wordt verankerd.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Nispen (SP) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de onafhankelijkheid, onpartijdigheid en integriteit van de rechtspraak (ingezonden 2 mei 2014) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.