Ingediend | 1 mei 2014 |
---|---|
Beantwoord | 18 juni 2014 (na 48 dagen) |
Indiener | Lilian Helder (PVV) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | recht rechtspraak |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z08051.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-2261.html |
Ik heb kennisgenomen van het in de vraag bedoelde bericht en rapport. Enkele onderzoekers van de Universiteit Leiden hebben in opdracht van de Raad voor de rechtspraak onderzoek gedaan naar systeemwaarborgen ter bevordering van de onafhankelijkheid, onpartijdigheid en integriteit van de rechtspraak. Voor mijn reactie verwijs ik u naar mijn antwoorden op de volgende vragen en mijn antwoorden op de schriftelijke vragen (kenmerk 2014Z08101, ingezonden 2 mei 2014) van het lid Van Nispen van uw Kamer over dit rapport.
Op dit moment kunnen de consequenties en de uitvoerbaarheid van een dergelijke maatregel nog niet worden overzien. Een werkgroep van de Rechtspraak, die zich sinds juni 2013 buigt over versterking van integriteitsmaatregelen binnen de Rechtspraak, is daarom door de Raad voor de rechtspraak gevraagd advies te geven over het melden van financiële belangen van rechters. Tevens is recentelijk – na ontvangst van het rapport – gevraagd of het raadzaam is deze op te nemen in een openbaar register. Zodra het advies is afgerond zal de Raad voor de rechtspraak met een standpunt komen. Het advies en het standpunt van de Raad voor de rechtspraak zal ik meenemen in mijn overwegingen.
Zie antwoord vraag 2.
Ik ben het met u eens dat de hoofdfuncties van rechter-plaatsvervangers in het daarvoor bestemde register moeten worden vermeld. Dit is nu ook al verplicht en dit is in eerste instantie de verantwoording van de betreffende rechters. De functionele autoriteit moet erop toezien dat vermelding in het register nevenbetrekkingen daadwerkelijk plaats vindt.
Met rechters en plaatsvervangers die herhaaldelijk weigeren hun nevenbetrekkingen of hoofdfunctie op te geven, zal een gesprek worden gevoerd door de functionele autoriteit. In uiterste gevallen zouden disciplinaire maatregelen opgelegd kunnen worden, zoals een schriftelijke waarschuwing. In uw Kamer is op dit moment aanhangig een wetsvoorstel tot Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de uitbreiding van de mogelijkheden om ten aanzien van voor het leven benoemde rechterlijke ambtenaren disciplinaire maatregelen op te leggen en tevens andere maatregelen te treffen. In dit verband zij ook verwezen naar de nota naar aanleiding van het verslag bij dit wetsvoorstel, waar ingegaan wordt op het opleggen van disciplinaire maatregelen in het geval van het niet-melden van nevenbetrekkingen (Kamerstukken II, 2013/14, 33 861, nr.3.
De werkgroep van de Rechtspraak, die ik eerder heb genoemd in mijn antwoord op vraag 2 en 3, is tevens gevraagd zich te buigen over de actualisatie en waar mogelijk integratie van de verschillende gedragscodes en de Leidraad onpartijdigheid en nevenfuncties in de Rechtspraak. Ook de wenselijkheid van het combineren van rechterschap en politieke functies wordt door deze werkgroep onderzocht. Medio 2015 wordt een advies verwacht.
Mijn standpunt ten aanzien van het combineren van rechterschap en politieke functies zal ik aan de hand van de nog te ontvangen aanbevelingen en adviezen bepalen.
Zie antwoord vraag 4.
Het is van belang voortdurend aandacht te besteden aan integriteit. De wet stelt daarom grenzen aan de nevenfuncties die rechters kunnen vervullen; sommige nevenbetrekkingen zijn uitgesloten. Daarnaast toetst de functionele autoriteit de nevenfuncties die door rechters worden opgegeven op hun toelaatbaarheid (artikel 44 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren). Of al dan niet sprake is van ongewenste belangenverstrengeling speelt bij de toetsing en de beoordeling zeker een rol. De registratie van nevenbetrekkingen en de openbaarmaking van het register (www.rechtspraak.nl) zijn verplicht. De Leidraad onpartijdigheid en nevenfuncties in de Rechtspraak van de NVvR bevat aanbevelingen voor rechters over onder meer nevenfuncties en het niet behandelen van zaken waarbij familie, kennissen of voormalige werkgevers zijn betrokken.
Op basis van diverse internationale rapporten kan overigens geconcludeerd worden dat de integriteitsborging van de Rechtspraak goed is. GRECO heeft in 2013 bijvoorbeeld de Nederlandse aanpak om integriteit te borgen binnen onder meer de Rechtspraak positief gewaardeerd. Transparency International spreekt in zijn rapport van 2012 van een «zeer sterke integriteitsborging» van de zittende magistratuur. Ook blijkens de Eurobarometer 385 Justice in the EU, is het vertrouwen in de onafhankelijkheid van de Nederlandse rechtspraak en van de Nederlandse rechter groot.
Aan de hand van de eerder genoemde adviezen en aanbevelingen, die voor een deel nog moeten worden uitgebracht, zal de noodzaak van het treffen van nadere maatregelen worden bezien.
Zie antwoord vraag 4.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Helder (PVV) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het rapport «Geef integriteit in rechtspraak meer systematisch aandacht» van de Universiteit Leiden in opdracht van de Raad voor de rechtspraak en het bericht «financiële belangen van rechters moeten openbaar worden gemaakt» (ingezonden 1 mei 2014) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.