Kamervraag 2014Z07266

Een verdubbeling van het aantal zwakke opleidingen op middelbare scholen in Amsterdam

Ingediend 18 april 2014
Beantwoord 20 mei 2014 (na 32 dagen)
Indiener Tanja Jadnanansing (PvdA)
Beantwoord door Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD)
Onderwerpen onderwijs en wetenschap voortgezet onderwijs
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z07266.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-2026.html
  • Vraag 1
    Hoe verklaart u dat vorig jaar het aantal zwakke opleidingen op middelbare scholen kon verdubbelen tot twaalf zwakke opleidingen op negen middelbare scholen?1

    De inspectie stelt vast of een school zwak is op basis van een landelijke cijfermatige vergelijking van de leerresultaten. Het gaat in het voortgezet onderwijs om een relatief oordeel dat altijd leidt tot een zeker percentage scholen met zwakke leerresultaten. Deze leerresultaten zijn voor de inspectie aanleiding om het onderwijsproces op de betreffende scholen te onderzoeken. Indien dit proces op orde blijkt, blijft het bij het predicaat zwak. Indien dit proces niet op orde blijkt, krijgt de school het predicaat zeer zwak.
    Hoewel het aandeel zwakke scholen in het voortgezet onderwijs relatief stabiel is (al jaren rond de 9%), wisselt elk jaar welke scholen tot die groep behoren. Dit is landelijk zo en dus ook in Amsterdam. In feite doet Amsterdam het hierbij, in vergelijking met de overige G4, de afgelopen jaren goed. Ondanks de stijging van het aantal zwakke scholen in de hoofdstad, is dit aandeel al een aantal jaar kleiner dan in de andere G4. Ik ga er van uit dat de genoemde Amsterdamse scholen hard zullen werken om er voor te zorgen dat zij zo snel mogelijk niet alleen een voldoende scoren voor het onderwijsproces maar ook voor de leerresultaten zodat zij snel van het predicaat zwak af zijn.

  • Vraag 2
    Welke mogelijkheden ziet u om deze problematiek aan te pakken?

    De school is de eerste die kan vaststellen dat sprake is van dalende leerresultaten en is ook als eerste aan zet om het tij te keren. Mocht een school toch zwak worden bevonden dan zal de inspectie aangeven waar verbetering nodig is. In het verbetertraject kan een school onder meer gebruik maken van het ondersteuningsaanbod dat de VO-raad aanbiedt vanuit het project Leren Verbeteren. Scholen kunnen kiezen uit diverse vormen van ondersteuning, van informatievoorziening/uitwisseling tot ondersteuning op maat op de school in de vorm van een interim-schoolleider, een audit en/of procesondersteuning. Vanuit het project zijn de afgelopen 6 jaren al tientallen scholen met succes ondersteund in hun verbetertrajecten. Naast deze landelijke ondersteuning kan een gemeente kiezen voor een gemeentelijke verbeteraanpak voor de scholen.
    In het algemeen is de constatering van de inspectie dat voormalig (zeer) zwakke scholen het in latere jaren juist beter doen dan andere scholen (die niet gedwongen zijn geweest om kritisch naar zichzelf te kijken en aan zichzelf te werken) hoopvol.

  • Vraag 3
    Gezien het feit dat het aantal zwakke opleidingen zo kon groeien, ondanks dat de gemeente Amsterdam al een tijdje een verslechtering had zien aankomen en ondanks de Amsterdamse verbeteraanpak, betekent dat dat de rol van gemeenten bij het lokaal onderwijsbeleid moet worden versterkt? Zo ja, hoe? Zo neen, waarom niet?

    Hoewel de gemeente een rol heeft in het lokale onderwijsbeleid, zijn er geen redenen voor een versterking van die rol. Naast de gemeente Amsterdam heeft ook de Inspectie van het Onderwijs de mindere leerresultaten van deze Amsterdamse scholen in het vizier. Verder is geen onderzoek bekend naar de effecten van een gemeentelijke verbeteraanpak voor het voortgezet onderwijs. Een uitspraak over het al dan niet versterken van de rol van de gemeente kan dan ook niet worden gebaseerd op een bewezen effectieve aanpak.
    Voor het resultaat van een verbetertraject is het niet zozeer van belang uit welke hoek de ondersteuning komt. Het gaat erom dat scholen serieus en gemotiveerd aan de slag gaan. De activiteiten moeten passen bij de schooleigen verbeterpunten zodat de school de verbeteringen effectief vorm kan geven en uitvoeren. Alleen dan zullen de activiteiten het gewenste effect hebben.

  • Vraag 4
    Kunnen er voor het voortgezet onderwijs lessen worden getrokken uit de ontwikkeling dat Amsterdam geen zeer zwakke basisscholen meer heeft?

    Zoals gezegd is de lijst van zwakke en zeer zwakke scholen wisselend van samenstelling. Hoewel ik blij ben dat er momenteel geen zeer zwakke scholen in Amsterdam zijn, geeft dit helaas geen garantie voor de toekomst. Dit blijkt ook wel uit het feit dat het aantal zwakke scholen in de stad juist is toegenomen. Oplettendheid blijft geboden. Elke school kent verbeterpunten, ook als de leerresultaten en het onderwijsproces voldoende zijn. Schoolverbetering is een doorlopend proces.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2014Z07266
Volledige titel: Een verdubbeling van het aantal zwakke opleidingen op middelbare scholen in Amsterdam
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-2026
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Jadnanansing over een verdubbeling van het aantal zwakke opleidingen op middelbare scholen in Amsterdam