Ingediend | 28 februari 2014 |
---|---|
Beantwoord | 3 april 2014 (na 34 dagen) |
Indieners | Elbert Dijkgraaf (SGP), Roelof Bisschop (SGP) |
Beantwoord door | Melanie Schultz van Haegen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD), Sharon Dijksma (staatssecretaris economische zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | afval natuur en milieu water |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z03739.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1620.html |
Ja.
Ja.
Op drie locaties in de Oosterschelde moet de vooroever in het tweede cluster worden verdedigd voor de hoogwaterveiligheid. Op deze locaties wordt momenteel ook op kreeft gevist. Daarom vindt voor de start van deze werkzaamheden overleg plaats met de kreeftenvissers, zodat zij de mogelijkheid hebben om kreeften te verplaatsen naar een andere plek in de Oosterschelde. Mogelijke verplaatsing gebeurt in overleg met het ministerie van Economische Zaken in verband met een eventuele aanpassing van de aan de kreeftenvissers verleende visserijvergunningen.
Voor het tweede cluster van bestortingen zijn de effecten van de werkzaamheden op de bestaande habitats en fauna in kaart gebracht. De lengte van het totale traject bedraagt 830m. In het kader van de aanvraag voor de natuurbeschermingswetvergunning zijn deze effecten op de bestaande instandhoudingsdoelstellingen (habitats en fauna) voor dit cluster passend beoordeeld. Het bevoegde gezag, de Provincie Zeeland, heeft op basis daarvan hiervoor vergunning verleend aan Rijkswaterstaat. De beroepstermijn is recent afgelopen, de ingediende beroepszaken lopen nog.
De Oosterscheldekreeft is niet aangemerkt als beschermde diersoort binnen de Natura 2000 wetgeving. Wel zijn de genoemde werkzaamheden op deze locaties mogelijk van invloed op de schuil- en leefmogelijkheden van de Oosterscheldekreeft. Daarom wordt voorafgaand aan de werkzaamheden gesproken met de kreeftenvissers, zie ook antwoord 3.
Op een aantal locaties in zowel de Ooster- als de Westerschelde worden de voor-oevers versterkt zodat ze (weer) voldoen aan de veiligheidsnormen. Staalslakken zijn voor het aanleggen van dit soort werkzaamheden uitermate geschikt vanwege hun hoge soortelijke gewicht en vorm. Het aanbrengen van extra breuksteen is voor de functionaliteit van de vooroever voor veiligheid geen vereiste en wordt in deze werkzaamheden niet meegenomen. Daarbij is het de vraag of breuksteen in dit kader de meest effectieve afwerking is. Bij de bestortingen die dit jaar worden uitgevoerd, wordt om die reden in de Oosterschelde een testvak bestort met een ecologische afwerking (nog nader te bepalen ontwerp). De provincie heeft een vergunning verleend voor deze aanpak.
Naast het testvak met de ecologische afwerking dat in het tweede cluster wordt bestort, zal ik samen met de betrokken partijen en de markt verkennen welke mogelijkheden er binnen de huidige financiële kaders zijn om voor het volgende cluster (3) de vooroever een ecologische afwerking te geven. Het gaat hierbij om een fors grotere opgave in de Oosterschelde dan in het tweede cluster, met in totaal een lengte van 2.900 m.
Op 28 februari 2014 ontving ik bovengenoemde vragen die zowel aan mij als aan de Staatssecretaris van Economische Zaken zijn gesteld. Tot mijn spijt kunnen deze vragen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat het overleg met mijn collega van Economische zaken nog niet is afgerond. Ik zal u de antwoorden zo spoedig mogelijk doen toekomen.