Kamervraag 2014Z03669

Moeizame samenwerking tussen 26 Utrechtse gemeenten en Achmea

Ingediend 27 februari 2014
Beantwoord 25 maart 2014 (na 26 dagen)
Indieners Carla Dik-Faber (CU), Otwin van Dijk (PvdA)
Beantwoord door Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA)
Onderwerpen verzekeringen zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z03669.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1538.html
  • Vraag 1
    Is het u bekend dat de samenwerking tussen de 26 Utrechtse gemeenten en Achmea moeizaam verloopt?

    Het is mij bekend de samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars nog niet overal als positief wordt beoordeeld. Dit is ook één van de aandachtspunten die uit de ledenraadpleging van de VNG van januari naar voren is gekomen. De ervaringen van de gemeenten in de provincie Utrecht zijn wisselend.

  • Vraag 2
    Kunt u aangeven wat het discussiepunt is en waarom gemeenten en Achmea niet goed slagen in samenwerking?

    In de samenwerking wordt een aantal uitdagingen ervaren, zoals het leren kennen van elkaars werelden, het vinden van een geschikte schaalgrootte voor samenwerking en de beschikbare capaciteit daarbij. Achmea is op dit moment bezig met het afronden van een samenwerkingsstrategie om het contact met gemeenten verder te verstevigen. Eind vorig jaar heeft Achmea in dat kader alle circa 100 gemeenten waar zij actief zijn aangeschreven. Inmiddels zijn zij ook op bestuurlijk niveau, per regio, met deze gemeenten in gesprek. In het geval van de provincie Utrecht heeft Achmea 12 maart jl. nog met de vijf Wmo-regio’s gesproken over de mogelijkheden en aandachtspunten in de samenwerking zoals die hierboven staan genoemd, maar ook over inhoudelijke onderwerpen als de verbinding tussen het sociale domein en de eerstelijn. Dit overleg wordt verder voortgezet. Daarnaast hebben de gemeenten Utrecht en Amersfoort convenanten met Achmea gesloten, waarin zij samen onder andere inzetten op een werkwijze waarbij eigen kracht, inzet van het informele netwerk, wederkerigheid en participatie leidende principes zijn.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat samenwerking tussen zorgverzekeraars en gemeenten cruciaal is om de decentralisaties te laten slagen, een stevige eerstelijns zorg neer te zetten en vooral om zoveel mogelijk te voorkomen dat mensen tussen wal en schip raken?

    Ik deel deze mening. Voor continuïteit van zorg en het verlenen van zorg en ondersteuning in samenhang, is de samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars, tussen de eerstelijnszorg en de professionals uit het sociaal domein, van essentieel belang. In de transitie is dit één van de speerpunten waarover ik samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) in gesprek ben. Ik streef ernaar u op korte termijn te informeren over de aanpak en de totstandkoming van de afspraken tussen gemeenten en zorgverzekeraars.

  • Vraag 4
    Wat gaat u doen om de samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars te bevorderen? Wat gaat u doen om de Utrechtse gemeenten en Achmea om de tafel te krijgen?

    In de Jeugdwet, het wetsvoorstel voor de Wmo 2015 en het ontwerp van de aanpassing van het besluit zorgaanspraken krachtens de Zorgverzekeringswet, heb ik het belang van een goede afstemming tussen zorg en ondersteuning aan burgers en daarbij de niet-verblijvende samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars toegelicht. Zo zal de verpleegkundige functie in het sociale wijkteam, of een vergelijkbaar verband, vertegenwoordigd zijn. Dit betekent dat zorgverzekeraars en gemeenten hierover afspraken zullen moeten maken. Ik wil u hiervoor ook verwijzen naar de nota naar aanleiding van het verslag die ik u op 11 maart jl. over het wetsvoorstel Wmo 2015 heb gestuurd (kamerstuk 33 841, nr. 34) en de brief in het kader van de hervorming langdurige zorg over samenhang in zorg en ondersteuning van 4 maart jl.
    Ik ben daarnaast aanspreekbaar op een zorgvuldige transitie. Op het gebied van de decentralisatie van de jeugd-ggz hebben gemeenten en verzekeraars inmiddels concrete afspraken gemaakt.
    Ook in het kader van de transitie rondom de hervorming van de langdurige zorg wordt het netwerk rondom de samenwerking verder verstevigd. Ik werk op dit moment samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Zorgverzekeraars (ZN) aan de uitwerking van samenwerkingsafspraken die per Wmo-regio tussen gemeenten en zorgverzekeraars ingevuld moeten gaan worden.
    Daartoe wordt nu de samenwerking per regio in beeld gebracht, zodat onder andere duidelijk is wie vanuit de gemeenten in de regio en wie vanuit de zorgverzekeraars, aanspreekpunt zijn. De voorgestelde aanpak maakt het voor iedere gemeente en zorgverzekeraar mogelijk tijdig te beschikken over een set aan samenwerkingsafspraken en op een zorgvuldige wijze invulling te geven aan de nieuwe taken en verantwoordelijkheden.
    Ik zal de totstandkoming van deze afspraken in de regio, waaronder in de regio Utrecht, waar dat nodig is actief ondersteunen en de voortgang samen met ZN en de VNG nauwlettend volgen. Dit ook in lijn met de aangenomen motie van de Kamerleden Bergkamp en Van der Staaij (kamerstuk 33 841, nr. 10).


Kamervraag document nummer: kv-tk-2014Z03669
Volledige titel: Moeizame samenwerking tussen 26 Utrechtse gemeenten en Achmea
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-1538
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Dik-Faber en Otwin Van Dijk over moeizame samenwerking tussen 26 Utrechtse gemeenten en Achmea