Kamervraag 2014Z03462

Het bericht dat een ernstig zieke vader is uitgezet naar Guinee

Ingediend 21 februari 2014
Beantwoord 21 maart 2014 (na 28 dagen)
Indieners Joël Voordewind (CU), Sharon Gesthuizen (GL), Linda Voortman (GL), Gerard Schouw (D66)
Beantwoord door Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen migratie en integratie organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z03462.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1489.html
  • Vraag 1
    Bent u bereid de Kamer (desgewenst vertrouwelijk) te informeren over uw overwegingen bij de keuze voor uitzetting vandaag van de heer Ahmed Baba Koné1 ondanks de verschillende bezwaren welke bestonden tegen uitzetting zoals ziekte en het niet beschikbaar zijn van juiste medicatie in het kader van een nog lopende artikel 8 EVRM procedure, een hiermee samenhangende eerder toegewezen voorlopige voorziening en de kritiek vanuit de Tweede Kamer op de «titres de voyage» waarmee wordt gewerkt?

    Het is uw Kamer bekend dat ik het niet wenselijk acht in het publieke debat in te gaan op individuele gevallen. Gelet op het feit dat u in uw vragen de betrokken persoon bij naam noemt en andere persoonlijke informatie noemt, die eerder ook via de media publiek is geworden, meen ik dat het in dit geval voor een volledig beeld van het Nederlandse vreemdelingenbeleid en de inzet van de IND en DT&V noodzakelijk is uw vragen inhoudelijk te beantwoorden. In mijn antwoorden zal ik niet meer informatie over deze individuele casus verstrekken dan daarvoor noodzakelijk is.
    De overwegingen om tot de uitzetting van betrokkene over te gaan waren gelegen in de zorgvuldige individuele beoordeling in meerdere procedures waarbij is geconstateerd dat zowel de asielmotieven en medische omstandigheden van betrokkene als ook de verplichtingen en aanspraken in het kader van artikel 8 EVRM niet noopten tot verblijf. Daarbij is getoetst aan de bij uw Kamer bekende beleidskaders op de betreffende onderdelen en is voorts in de individuele aspecten geen aanleiding gezien van dat beleid af te wijken. Overigens geldt dat gedwongen terugkeer pas aan de orde komt als een vreemdeling geen betekenisvolle stappen heeft gezet om Nederland zelfstandig te verlaten.
    De in de vraag genoemde voorlopige voorziening vormde geen beletsel voor uitzetting omdat deze door de rechtbank is ingetrokken. Over de rechtmatigheid van het gebruik van door de Guineese autoriteiten afgegeven «titres de voyage» heb ik uw Kamer in antwoord op meerdere sets van Kamervragen geïnformeerd (zie onder meer TK 2012–2013, 386).

  • Vraag 2
    Is het waar dat deze Guineese vreemdeling is aangehouden terwijl politieagenten aanwezig waren in het kader van geluidsoverlast, veroorzaakt door andere bewoners van de noodopvang? Zo nee, in welk kader is de desbetreffende vreemdeling dan wel aangehouden?

    Ja.

  • Vraag 3
    Herinnert u zich uw toezeggingen om het asielbeleid humaan te laten zijn en rekening te houden met eventuele schrijnende omstandigheden van individuen? Hoe verhouden zich deze toezeggingen tot uw uitspraken dat uitzetting – van een ernstig zieke vader noodzakelijk is ten behoeve van de diplomatieke verhoudingen tussen Nederland en Guinee?

    Ja. Het uitgangspunt van een humaan asielbeleid wordt al vele kabinetsperiodes gehanteerd en is ook voor het huidige kabinet het uitgangspunt. Ik heb daar ten overstaan van uw Kamer aan toegevoegd dat ik het van groot belang vind dat bij de uitvoering van het vreemdelingenbeleid de menselijke maat wordt gehanteerd. Daarbij heb ik aangegeven dat het hanteren van de menselijke maat niet een wijziging van het toelatingsbeleid hoeft te betekenen of het verlaten van het uitgangspunt van een restrictief toelatingsbeleid, maar wel dat in alle stappen van het proces vreemdelingen met zorg en respect en als individuen moeten worden behandeld.

  • Vraag 4
    Wat is de reden dat u geen gehoor hebt gegeven aan de concrete voorstellen van de gemeente Utrecht met betrekking tot onder andere het op zich nemen van de noodzakelijke zorg voor deze man? Waarom negeert u alle noodkreten vanuit Utrecht en vanuit de Tweede Kamer?

    De reden dat ik geen gehoor heb gegeven aan het voorstel van de gemeente Utrecht, is dat daarmee een belangrijk risico ontstond dat – na afwijzing van meerdere toelatingsaanvragen in meerdere zorgvuldige procedures – een concrete uitzettingsmogelijkheid voor langere tijd (en mogelijk permanent) verloren zou gaan. Dit is ook uitgebreid gecommuniceerd met de gemeente Utrecht. Van negeren van de gemeente Utrecht is dan ook geen sprake geweest. Evenmin negeer ik signalen uit uw Kamer. Op alle signalen en vragen van uw Kamer probeer ik altijd een duidelijke reactie te geven. Daarbij is het evenwel niet altijd mogelijk om tegemoet te komen aan alle verzoeken die bij een aantal fracties in uw Kamer bestaan.

  • Vraag 5
    Klopt het dat uit een recent medisch rapport is gebleken dat de man nog slechts vijf procent zicht heeft in één oog en dat hij aan zijn andere oog al geheel blind is? Kunt u aangeven op welke wijze u deze informatie hebt meegewogen in uw beslissing om uit te zetten?

    Nee. Volledigheidshalve meld ik uw Kamer dat betrokkene vlak voor zijn vertrek is beoordeeld door een onafhankelijke arts in het kader van een fit-to-fly keuring in verband met de feitelijke uitzetting.

  • Vraag 6
    Is het waar dat er een apotheek door uw diensten is geconsulteerd om te verifiëren of deze medicijnen daadwerkelijk beschikbaar zijn en dat uw diensten na deze verificatie ervan zijn uitgegaan dat dit inderdaad het geval is? Is het tevens waar dat de advocaat van de vreemdeling met een verklaring is gekomen van diezelfde apotheek waaruit blijkt dat de apotheek niet over alle benodigde medicatie beschikt? Zo ja, hoe verhoudt deze verklaring zich tot de aannamen van uw diensten? Zo nee, wat is dan wel het geval?

    Uit het medisch advies van BMA bleek dat een medische noodsituatie zou kunnen ontstaan indien betrokkene zijn benodigde oogdruppels niet zou krijgen. Door BMA is nagegaan of de benodigde medicijnen beschikbaar waren in Guinee, hetgeen het geval was. Door gemachtigde is in een procedure aangegeven dat uit navraag door een medewerker van de Stichting Noodopvang Dakloze Vreemdelingen in Utrecht bij de apotheek in Conakry zou zijn gebleken dat de medicijnen niet beschikbaar zouden zijn bij de in het advies genoemde apotheek. BMA heeft naar aanleiding daarvan nogmaals bevestigd dat de medicijnen wel beschikbaar zijn. Om betrokkene qua tijd in de gelegenheid te stellen om in Guinee zijn medicatie te regelen, is hij voor een periode van drie maanden voorzien van de benodigde medicijnen. Daarnaast heeft betrokkene zijn medisch dossier meegekregen en een medisch paspoort. Tevens werd betrokkene tijdens de vlucht begeleid door een medische escort.

  • Vraag 7
    Op welke wijze meent u dat het belang van het kind van deze man en het recht van dit kind op gezinsleven geborgd is met deze uitzetting?

    Zoals ik in mijn antwoord op vraag 1 heb aangegeven zijn de verplichtingen en aanspraken in het kader van artikel 8 EVRM (gezinsleven) zorgvuldig beoordeeld in een daartoe strekkende procedure en is geconcludeerd dat deze niet nopen tot het verlenen van verblijf. In de verrichte belangenafweging is ook uitdrukkelijk aandacht besteed aan de belangen van de zoon van betrokkene. Daarbij is stilgestaan bij zijn banden met Nederland en bij de mogelijkheid om het gezinsleven in Guinee uit te oefenen. Na een zorgvuldige afweging van de belangen is geconcludeerd dat artikel 8 EVRM geen aanleiding geeft om betrokkene verblijf toe te staan. Het beroep tegen dit besluit is thans aanhangig. De rechtbank heeft de eerdere voorlopige voorziening ingetrokken en geoordeeld dat er geen grond bestaat om betrokkene het beroep in Nederland te laten afwachten.

  • Mededeling - 18 maart 2014

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Gesthuizen (SP), Voordewind (ChristenUnie), Schouw (D66) en Voortman (GroenLinks) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht dat een ernstige zieke vader is uitgezet naar Guinee (ingezonden 21 februari 2014) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2014Z03462
Volledige titel: Het bericht dat een ernstig zieke vader is uitgezet naar Guinee
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-1489
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Gesthuizen, Voordewind, Schouw en Voortman over het bericht dat een ernstig zieke vader is uitgezet naar Guinee