Ingediend | 22 januari 2014 |
---|---|
Beantwoord | 6 maart 2014 (na 43 dagen) |
Indiener | Ard van der Steur (VVD) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | recht rechtspraak |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z00979.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1316.html |
Ja.
Ja.
Mijn oordeel over de bevoegdheden van burgemeesters bij terugkeer van delinquenten is niet gewijzigd naar aanleiding van de uitspraak van 21 januari 2014 van de bestuursrechter van de rechtbank Midden-Nederland in een voorlopige voorziening. Wanneer er sprake is van een concrete verstoring van de openbare orde of van concrete aanwijzingen dat daarvoor moet worden gevreesd heeft de burgemeester voldoende mogelijkheden om maatregelen te nemen.
Ik verwijs naar mijn in vraag 1 aangehaalde antwoorden op eerdere vragen die de leden Van der Steur en Dijkhoff hebben gesteld. De hiervoor genoemde uitspraak van de voorzieningenrechter geeft mij geen aanleiding tot een ander oordeel.
Nee. Bovengenoemde uitspraken geven mij geen aanleiding de mogelijkheden die burgemeesters hebben om de openbare orde te handhaven, te versterken. De uitspraak van 21 januari jl. bevestigt dat bij ernstige vrees voor verstoring van de openbare orde wel degelijk een gebiedsgebod kan worden opgelegd, mits deugdelijk onderbouwd met objectief verifieerbare feiten en omstandigheden.