Kamervraag 2014Z00298

De hogere accijnzen

Ingediend 13 januari 2014
Beantwoord 17 februari 2014 (na 35 dagen)
Indiener Pieter Omtzigt (CDA)
Beantwoord door
Onderwerpen belasting financiën
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z00298.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1232.html
  • Vraag 1
    Herinnert u zich dat u in het wetgevingsoverleg van 4 november 2013 over het Belastingplan bij het onderwerp accijnzen op diesel/LPG zei: «Ik zal vanaf 1 januari wel degelijk mijn ogen de kost geven en mijn oor te luisteren leggen, opdat ik weet wat er gebeurt»? Wat heeft u sinds 1 januari gezien en gehoord?

    Ik heb kennisgenomen van de berichten over negatieve effecten van de accijnsverhogingen van motorbrandstoffen voor tankstations in de grensstreek, waaronder de recente brandstofmonitor van Bovag en NOVE over de maand januari 2014. De getoonde effecten zijn de uitkomst van een steekproef onder leden. De cijfers geven geen fraai beeld. Tegelijkertijd roepen de cijfers ook vragen op. Hoe moet bijvoorbeeld een landelijke LPG daling van LPG-verkoop met eenvijfde worden geduid, een nog sterkere daling dan in de grensstreek? Bovendien moeten de cijfers ook worden afgezet tegen autonome trends, die ook zonder accijnsverhoging zouden zijn opgetreden zoals de effecten van de algemene economische ontwikkeling of de al jaren dalende dieselverkoop. Voorts zijn de cijfers van alleen januari onvoldoende om direct conclusies uit te kunnen trekken. Zo zorgen bijvoorbeeld anticipatiegedrag en maandelijkse fluctuaties voor een niet representatief beeld. Ik heb echter begrip voor de situatie van pomphouders in de grensstreek en de accijns op motorbrandstoffen staat dan ook hoog op mijn agenda. Ik zal in overleg treden met de branche-organisaties, mede om na te gaan op welke wijze hun cijfers tot stand zijn gekomen. Ik heb inmiddels eigen onderzoek in gang gezet. Een aantal oliemaatschappijen heeft zich bereid verklaard gegevens te verstrekken over de hoeveelheden afgezette brandstof naar type. Daarbij zal een onderscheid mogelijk zijn naar het binnenland en verschillende breedtes van de grensstrook. Deze gegevens kunnen worden gelegd naast de macrogegevens die we via de accijnsaangiften ontvangen. Bovendien zullen de gegevens worden ingekleurd uit andere bronnen, zodat ontwikkelingen beter kunnen worden verklaard. Om tot een voldoende onderbouwd oordeel te komen zijn toch ten minste de uitkomsten van drie maanden nodig. Hoewel de oliemaatschappijen tijd nodig hebben om bruikbare gegevens te kunnen leveren, kan hierdoor de monitor toch worden versneld. Met de gevonden versnellingen in het proces kan naar verwachting een beeld worden opgeleverd per half mei 2014. Ik besef dat de getroffen ondernemers meer haast hebben, maar zonder een solide feitenbasis blijft oordeelvorming een speculatief karakter houden.

  • Vraag 2
    Herinnert u zich dat u meermalen geantwoord heeft dat de raming in de begroting, namelijk € 230 miljoen meeropbrengsten door dieselaccijns, een raming is die geen enkele rekening houdt met grenseffecten?

    Ik heb kennisgenomen van deze motie en de reactie daarop van mijn ambtsvoorganger. De opbrengst van de verhoging van de accijns op diesel en LPG per 1 januari 2014 bedraagt € 280 miljoen bij een gelijkblijvende grondslag, dus zonder gedragseffecten. Dit is, conform de begrotingsregels, het bedrag dat gebruikt wordt om de lastenverzwaring te boeken ofwel het lastenrelevante effect. In de raming van de totale jaarlijkse belastingontvangsten en daarmee het EMU-saldo wordt rekening gehouden met alle relevante ontwikkelingen die invloed hebben op de belastingontvangsten, dus ook de reacties op de tariefverhoging. Effecten van lastenverzwaringen zoals accijnsverhogingen komen onder andere tot uitdrukking in de raming van de binnenlandse consumptie, een van de meest relevante macro-economische indicatoren voor de ontwikkeling van de totale belastingontvangsten. Andere relevante ontwikkelingen zijn eventuele trends, in- en uitverdieneffecten van andere beleidsmaatregelen van het kabinet en specifieke gedragseffecten (waaronder grenseffecten) voor zover deze met zekerheid zijn te voorspellen. Mijn ambtsvoorganger heeft tijdens de parlementaire behandeling onderkend dat er risico bestaat op een toename van tanken over de grens, echter dat effect is op voorhand onzeker.

  • Vraag 3
    Herinnert u zich dat u de motie Omtzigt (Kamerstuk, 33 752, nr. 18), die vroeg om «een schatting te geven van de precieze opbrengst van de accijnsverhoging waarbij wel rekening is gehouden met de grenseffecten», ontraadde en zo bewust geen enkele realistische schatting maakte van de gevolgen van de accijnsverhogingen?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Heeft u kennisgenomen van de forse gerapporteerde omzetdalingen in de hele grensstreek van Nederland?1 2 3

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 5
    Bent u bereid om aan het UWV (Uitvoeringsorgaan werknemersverzekeringen) te vragen voor hoeveel mensen een ontslagaanvraag gedaan is bij de pompstations per maand sinds mei 2013 en dat zo spoedig mogelijk aan de Kamer mee te delen?

    Uit contact met het UWV blijkt dat geen informatie over ontslagaanvragen bij pompstations kan worden geleverd. Het UWV kent namelijk een zodanige grofmazige indeling per sector, dat daaruit niet de ontslagaanvragen bij pompstations kunnen worden afgezonderd. Sectorinformatie speelt overigens ook geen enkele rol bij de afhandeling van ontslagzaken.

  • Vraag 6
    Bent u bereid om aan het CBS te vragen de cijfers over de maandelijkse brandstofverkoop van januari zo spoedig mogelijk te publiceren na afloop van de maand? Wanneer zijn die cijfers beschikbaar bij het CBS en bij uw ministerie?

    Uw verzoek is neergelegd bij het CBS. Het CBS gaf daarop het volgende antwoord: «Het CBS streeft ernaar statistieken zo spoedig mogelijk na afloop van de verslagperiode te publiceren. Daarbij is het CBS onder meer afhankelijk van een tijdige rapportage door de desbetreffende bedrijven. Door processen zo efficiënt mogelijk in te richten en er nauwlettend op toe te zien dat bedrijven op tijd hun opgave doen, wordt geprobeerd de actualiteit van de publicaties verder te verbeteren.
    Op de CBS-website is vermeld dat de cijfers over de maandelijkse brandstofverkopen in de tweede maand na de verslagmaand beschikbaar komen. In de praktijk betekent dit een publicatiedatum in de laatste week van die maand.
    De informatie komt voor alle gebruikers op hetzelfde moment beschikbaar via de website van het CBS. De cijfers over de maand januari worden niet voor 20 maart verwacht.»

  • Vraag 7
    Kunt u aangeven hoe hoog de brandstofprijzen aan de pomp aan de grens zijn in Nederland, Duitsland en België op dit moment?

    De pompprijzen van motorbrandstoffen wisselen dagelijks en variëren per tankstation. Om een beeld te schetsen is onderstaand een overzicht opgenomen van pompprijzen op 15 januari 2014 bij diverse tankstations in Limburg en in de aangrenzende regio’s in Duitsland en België.
    € 1,62 tot € 1,68
    € 1,34 tot € 1,42
    € 0,74 tot € 0,95
    € 1,45 tot € 1,50
    € 1,34 tot € 1,39
    € 0,76
    € 1,46 tot € 1,60
    € 1,27 tot € 1,44
    € 0,56 tot € 0,67

  • Vraag 8
    Hoeveel opbrengsten denkt u dit jaar te halen uit de accijnzen op benzine, diesel en LPG?

    Volgens de meest recente raming van de belastinginkomsten van het kabinet, dat is de stand Miljoenennota 2014, wordt 8,2 miljard aan accijnzen op benzine, diesel en LPG verwacht.

  • Vraag 9
    Wanneer verwacht u die opbrengsten voor het eerst bij te stellen?

    De eerstvolgende update van de raming van het kabinet van het EMU-saldo 2014 en de onderliggende inkomsten en uitgaven volgt bij Voorjaarsnota 2014. Bij de raming wordt rekening gehouden met de gerealiseerde ontvangsten over 2013, het meest recente macro-economische beeld voor 2014 van het CPB (dat is de CEP2014) en de gerealiseerde ontvangsten tot en met de maand mei.

  • Vraag 10
    Bent u bereid om de accijnsverhogingen op brandstoffen van 1 januari jl. terug te draaien?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Mededeling - 11 februari 2014

    Hierbij bericht ik u dat de vragen gesteld door de het Kamerlid Omtzigt (CDA) over de hogere accijnzen kunnen niet binnen een termijn van drie weken worden beantwoord. Alvorens tot beantwoording over te gaan, wil ik mij eerst zorgvuldig kunnen oriënteren. Vanzelfsprekend probeer ik de vragen op zo kort mogelijke termijn te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2014Z00298
Volledige titel: Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën over de hogere accijnzen (ingezonden 13 januari 2014).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-1232
Volledige titel: Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën over de hogere accijnzen (ingezonden 13 januari 2014).