Ingediend | 24 december 2013 |
---|---|
Beantwoord | 23 januari 2014 (na 30 dagen) |
Indieners | Sharon Gesthuizen (GL), Elbert Dijkgraaf (SGP) |
Beantwoord door | Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | economie handel |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z25466.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1016.html |
Ja.
Ik deel de mening dat Eerste Kerstdag een officiële, nationale feestdag is. Het is daarom in beginsel verboden op die dag een winkel open te hebben tenzij in de desbetreffende gemeente vrijstelling is verleend op grond van de Winkeltijdenwet. Ook in dat geval is het aan kleine zelfstandigen te besluiten of ze al dan niet open gaan en de bescherming van werknemers voor dergelijke gevallen is wettelijk geregeld. Voor een besluit winkelopening op Eerste Kerstdag toe te staan, dienen gemeenten een zorgvuldige belangenafweging te maken. Onder deze belangen vallen ook de zondagsrust en de belangen ten aanzien van de werkgelegenheid en economische bedrijvigheid, waaronder wordt begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel.
De Arbeidstijdenwet staat het werken op feestdagen als zodanig niet in de weg. Het is, vanuit het beginsel van goed werkgeverschap, zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek, echter wel belangrijk dat hierover goede afspraken worden gemaakt tussen werkgever en werknemer. Ook op grond van de Arbeidstijdenwet heeft de werkgever de plicht om bij het opstellen van roosters, voor zover dat redelijkerwijs van hem gevergd kan worden, rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van zijn werknemers. Dit alles uiteraard naast de (kader-)afspraken die er bestaan op cao-niveau en die ook gerespecteerd dienen te worden. Werknemers die onder druk worden gezet om op feestdagen te werken, kunnen zich op genoemde wetten en eventuele cao-afspraken beroepen. Indien gewenst kan de vakbond of belangenorganisatie hierbij een ondersteunende rol spelen.
De mogelijkheden voor het grootbedrijf om langer open te zijn, zijn over het algemeen groter dan voor kleine(re) bedrijven. Ook kleine(re) bedrijven kunnen echter belang hebben bij ruimere openingstijden, doordat zij daardoor meer mogelijkheden hebben op de wensen van consumenten in te spelen. Gemeenten moeten op basis van de Algemene wet bestuursrecht een zorgvuldige belangenafweging maken ten aanzien van de winkelopening op zon- en feestdagen. Dat betekent dat zij ook het belang van kleine winkeliers in hun afweging moeten betrekken. De VNG heeft gemeenten daar, bij brief van 19 juni 2013, nog extra op gewezen.
Op grond van de Winkeltijdenwet kan de gemeenteraad bij verordening vrijstelling verlenen van het verbod om een winkel geopend te hebben op zondag, op een aantal feestdagen (waaronder Eerste Kerstdag) en op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur. Gemeenten kunnen hier zelf invulling aan geven. Zo kan een gemeente alleen vrijstelling verlenen voor koopzondagen, maar een gemeente kan er ook voor kiezen om vrijstelling te verlenen voor koopzondagen én feestdagen. Als een gemeente voor bepaalde dagen vrijstelling heeft verleend in de verordening, mogen de winkels op die dagen open gaan. Het is dan niet nodig om hier nog een aparte ontheffing voor te verlenen. Indien een gemeente geen vrijstelling heeft verleend (om bijvoorbeeld op feestdagen geopend te zijn), maar wel in de winkeltijdenverordening heeft opgenomen dat burgemeesters en wethouders een ontheffing mogen verlenen aan winkels die op feestdagen open willen zijn, kunnen burgemeesters en wethouders een dergelijke ontheffing verlenen. Of burgemeesters en wethouders deze mogelijkheid hebben gekregen, zal per gemeente verschillen. Ik heb geen overzicht over hoe de verschillende gemeenten hier invulling aan geven.
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht geldt dat bestuurlijke besluiten zorgvuldig moeten worden voorbereid, dat betrokken belangen moeten worden afgewogen en dat besluiten moeten berusten op een deugdelijke motivering. Hoe in dit geval de belangen tegen elkaar worden afgewogen en welke onderzoeken gemeenten hiervoor verrichten, is de verantwoordelijkheid van de betreffende gemeenten. De Algemene wet bestuursrecht en de Winkeltijdenwet bevatten geen specifieke vereisten over hoe deze belangen in kaart moeten worden gebracht en/of dat er een draagvlakonderzoek moet worden gedaan.
Zoals hierboven aangegeven, mogen winkels in een gemeente open gaan op koopzondagen, feestdagen en op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur indien er door de gemeente een vrijstelling of ontheffing is gegeven. Indien een dergelijke vrijstelling of ontheffing niet is gegeven en een winkel gaat toch open, dan dient de gemeente daar handhavend tegen op te treden. De gemeente kan bijvoorbeeld bestuursdwang toepassen of een last onder dwangsom opleggen. Indien een gemeente niet handhavend optreedt, kunnen belanghebbenden een handhavingsverzoek doen bij de gemeente. Indien de gemeente het handhavingsverzoek afwijst en dus niet alsnog gaat handhaven, kunnen belanghebbenden daartegen in beroep gaan bij de bestuursrechter om handhaving door de gemeente af te dwingen. Ik heb zelf geen middelen tot mijn beschikking om de naleving van de Winkeltijdenwet te handhaven.