Ingediend | 12 december 2013 |
---|---|
Beantwoord | 30 januari 2014 (na 49 dagen) |
Indieners | Joram van Klaveren (PVV), Barry Madlener (PVV), Raymond de Roon (PVV) |
Beantwoord door | Lilianne Ploumen (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | internationaal internationale samenwerking |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z24519.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1067.html |
Ja.
Ja.
Pegase, het Europese fonds voor directe financiële steun aan de Palestijnse Autoriteit (Mécanisme Palestino-Européen de Gestion de l’Aide Socio-Economique), draagt bij aan de salarisbetaling van ambtenaren die werken voor de Palestijnse Autoriteit (PA) en gepensioneerden. Pegase draagt niet bij aan de uitkeringen van Palestijnse gedetineerden en ex-gedetineerden. Mocht een ex-gedetineerde voor de PA gaan werken dan komt betrokkene in beginsel in aanmerking voor een salarisbijdrage uit Pegase tenzij deze persoon op de internationale sanctielijst is geplaatst. In dat geval zijn personen uitgesloten van een bijdrage uit Pegase. Dit wordt bij iedere Pegase-betaling gecontroleerd.
Het bedrag van $ 50.000 kan niet door het kabinet worden bevestigd. De Minister van Buitenlandse Zaken heeft de vraag naar de hoogte van de uitkeringen aan Palestijnse gedetineerden en ex-gedetineerden (motie Van Der Staaij en Voordewind over uitkeringen aan Palestijnen in Israëlische detentie, 33 750 V, nr 35) bij de Palestijnse Minister van Buitenlandse Zaken neergelegd tijdens ons gezamenlijke bezoek in december jl. Informatie hieromtrent werd toegezegd en zal worden gedeeld met uw Kamer.
Nederland draagt waar mogelijk bij aan de twee-statenoplossing, onder andere door middel van het ontwikkelingssamenwerkingsprogramma ten behoeve van de Palestijnse bevolking en de PA. Het kabinet steunt de opbouw van Palestijnse instituties op het gebied van voedselzekerheid en private sector ontwikkeling, veiligheid en rechtsorde en water. Het kabinet ziet geen reden om dit beleid, zoals tevens verwoord in het Regeerakkoord, te wijzigen.
Zie antwoord vraag 4.