Ingediend | 11 december 2013 |
---|---|
Beantwoord | 29 januari 2014 (na 49 dagen) |
Indiener | Harry van Bommel |
Beantwoord door | Frans Timmermans (minister buitenlandse zaken) (GroenLinks-PvdA), Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | huisvesting organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z24468.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1090.html |
Ja.
Er is geen sprake geweest van bemoeienis, betrokkenheid of hindering van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Er is geen standpunt aangepast: pas nadat duidelijk was geworden wat in De Telegraaf werd beweerd, kon deze berichtgeving als onjuist worden betiteld. Het Openbaar Ministerie (OM) kan niet traceren wat door de woordvoerder van het OM voor de publicatie van het bewuste artikel precies is gezegd. Van belang is dat de reactie van het Openbaar Ministerie na de publicatie correct was.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Het is altijd mogelijk dat Buitenlandse Zaken of een ander departement informatie verkrijgt waarvan de inschatting is dat deze van belang is voor het Openbaar Ministerie bij het strafrechtelijk onderzoek. Het is aan het Openbaar Ministerie of die wetenschap gevolgen moet hebben voor het strafrechtelijk onderzoek.
Ja.
Afgezien van het delen van informatie zoals bedoeld in het antwoord op vraag 5, is er wettelijk slechts één mogelijkheid van gerechtvaardigde inmenging van een minister in een concrete strafzaak. De minister van Veiligheid en Justitie heeft als politiek verantwoordelijke minister voor het Openbaar Ministerie een wettelijke bevoegdheid (Artikel 127 van de Wet op de rechterlijke organisatie) om het Openbaar Ministerie aanwijzingen te geven betreffende de uitoefening van zijn taken en bevoegdheden. Artikel 128 van genoemde wet regelt de parlementaire controle op het geven van een aanwijzing.
Het ministerie heeft geen bemoeienis met de rechtsgang in het Verenigd Koninkrijk.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Bommel (SP) van uw Kamer aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Veiligheid en Justitie over de smeergeldaffaire in verband met bouwprojecten van Ballast Nedam in Saoedi-Arabië (ingezonden 11 december 2013, met kenmerk 2013Z24468) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.