Ingediend | 21 november 2013 |
---|---|
Beantwoord | 12 december 2013 (na 21 dagen) |
Indieners | Harm Beertema (PVV), Machiel de Graaf (PVV) |
Beantwoord door | Jet Bussemaker (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (PvdA), Wilma Mansveld (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (PvdA) |
Onderwerpen | natuur en milieu onderwijs en wetenschap organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z22725.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-760.html |
Ja.
De jongerenvertegenwoordigers werken samen met veel andere actieve jongeren. Ze hebben op eigen initiatief gastlessen gegeven. Ik neem de ideeën die hieruit voortkomen serieus als signaal uit de samenleving.
Nee. De wetenschappelijke onderbouwing ten aanzien van het klimaatvraagstuk, zoals onlangs nogmaals herbevestigd door het IPCC, is helder en vormt de basis voor het kabinetsbeleid. Het vormt ook de basis om verder invulling te geven aan de verplichting die ook Nederland heeft in het kader van het VN-klimaatverdrag om onderwijs, opleiding en het publieke bewustzijn met betrekking tot klimaatverandering te zullen bevorderen, zie ook de beantwoording van vraag 4.
«Klimaatonderwijs» is geen nieuw fenomeen binnen het onderwijs. Zo is het thema reeds goed geborgd in het curriculum van het voortgezet onderwijs. Er zijn kerndoelen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs en vakken in het voortgezet onderwijs zoals aardrijkskunde en natuurkunde die over het natuurwetenschappelijk domein gaan, waartoe «klimaatonderwijs» gerekend kan worden. Vervolgens is het aan scholen hoe zij het onderwijs inrichten en vormgeven en welke methoden en leermiddelen zij daarbij willen gebruiken. De oproep van jongeren staat een invulling en de daarbij behorende keuzes van scholen niet in de weg.
Zie antwoord op vraag 4.
Ik neem uiteraard kennis van nieuwe, relevante inzichten op het vlak van de klimaatwetenschap.