Kamervraag 2013Z21450

De afnemende deelname aan inburgering

Ingediend 7 november 2013
Beantwoord 3 december 2013 (na 26 dagen)
Indiener Enneüs Heerma (CDA)
Beantwoord door Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA)
Onderwerpen integratie migratie en integratie
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z21450.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-681.html
1. Groene Amsterdammer d.d. 6 november 2013
  • Vraag 1
    Klopt het dat van de in totaal 7.803 vreemdelingen / «nieuwkomers» die sinds januari 2013 inburgeringsplichtig zijn (geworden) zich slechts 923 personen hebben gemeld bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) voor het afsluiten van een lening om hun inburgeringstraject te financieren?1

    De cijfers zijn correct. Inmiddels beschik ik wel over recentere cijfers. In de afgelopen 10 maanden (peildatum Informatiesysteem Inburgering, 1 november 2013) zijn 8.283 nieuwkomers inburgeringsplichtig geworden. Van deze groep is inmiddels aan 1.084 personen een lening toegekend.

  • Vraag 2
    Klopt het dat sinds januari de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) nieuwe inburgeringsplichten meldt bij DUO en dat DUO de inburgeringsplichten vervolgens een brief stuurt met de mededeling dat men binnen drie jaar moet inburgeren en dat men een lening kan afsluiten als men een inburgeringscursus wil volgen?

    Ja.

  • Vraag 3
    Klopt het dat Vluchtelingenwerk Nederland aan u heeft kenbaar gemaakt dat de nieuwkomer vaak maanden na aanvang van de inburgeringsplicht niet bij DUO bekend is? Indien dit laatste waar is, waar komt dit door?

    Het klopt dat Vluchtelingenwerk Nederland dit kenbaar heeft gemaakt. Dit betrof met name aanloopproblemen in de informatie-uitwisseling tussen de IND en DUO. Deze informatie-uitwisseling is inmiddels voor het grootste deel op orde, zodat de meeste nieuwkomers tijdig worden geïnformeerd over hun inburgeringspicht. Dit proces heeft mijn volle aandacht. Ik vind het belangrijk dat personen snel worden geïnformeerd over hun inburgeringspicht.

  • Vraag 4
    Klopt het dat DUO, noch gemeenten, momenteel voldoende inzicht hebben in wie de nieuwe inburgeringsplichtigen zijn en of die bezig zijn met inburgering, deelnemen aan een inburgeringstraject en of zij dit doen bij een gecertificeerde instelling?

    Per 1 januari 2013 is de gemeentelijke taak in de uitvoering van de inburgering van nieuwe inburgeringsplichtigen vervallen. Als gevolg hiervan hebben gemeenten geen zicht op de gegevens over de voortgang van de inburgering van nieuwe inburgeringsplichtigen.
    De vorderingen van inburgeraars worden structureel gevolgd. Gegevens over de inspanningen van inburgeringsplichtigen worden door DUO vastgelegd in het Informatiesysteem Inburgering. In dit informatiesysteem worden onder andere gegevens vastgelegd over de deelname aan het inburgerings- en NT2-examen, het gebruik van de sociale leenfaciliteit en binnenkort ook over het volgen van een inburgeringscursus of alfabetiseringstraject bij taalaanbieders met het Blik op Werk Keurmerk. Daarnaast wordt aan inburgeringsplichtigen via een periodieke enquête gevraagd naar de activiteiten die zij ondernemen in het kader van de inburgering.

  • Vraag 5
    Is u bekend of, hoe en bij wie sinds januari 2013 nieuwe inburgeringsplichtigen zich voorbereiden op het inburgeringsexamen?

    Inburgeraars kunnen zich op meerdere manieren voorbereiden op het inburgeringsexamen. Bijvoorbeeld ook via zelfstudie. Ik heb op dit moment geen volledig inzicht in hoe en bij wie inburgeraars inburgeren. Op korte termijn verwacht ik hier via de uitwisseling van gegevens over cursisten met taalaanbieders meer zicht op te krijgen. Aanvullend wordt aan inburgeringsplichtigen via een periodieke enquête gevraagd hoe zij zich voorbereiden op het inburgeringsexamen. Momenteel worden personen die inburgeringsplichtig zijn geworden in het eerste half jaar van 2013 bevraagd.
    Ik zal de Kamer in het voorjaar van 2014 nader informeren over de inspanningen en resultaten van de inburgering van nieuwe inburgeringsplichtigen in 2013.

  • Vraag 6
    Klopt het dat aanbieders van taal- en inburgeringscursussen nauwelijks toestroom hebben van nieuwe inburgeraars?

    Het klopt dat aanbieders van taal- en inburgeringscursussen minder toestroom hebben dan in voorgaande jaren. Dat is verklaarbaar. De verplichte inburgering beperkt zich nu tot nieuwkomers, terwijl de doelgroep voorheen voor de helft uit oudkomers bestond.
    Het is van belang dat nieuwe inburgeraars zo snel mogelijk met de inburgering starten. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat het uitgangspunt van de gewijzigde Wet inburgering per 1 januari 2013 is dat inburgeraars zelf verantwoordelijk zijn voor hoe zij zich voorbereiden op het inburgeringsexamen. De termijn waarbinnen aan de inburgeringsplicht moet worden voldaan, bedraagt 3 jaar (en voor analfabeten 5 jaar). Inburgeraars hebben dus nog voldoende tijd om zich voor te bereiden op het examen.

  • Vraag 7
    Indien inburgeringsplichten geen gebruik maken van de bestaande mogelijkheden om bij de bestaande aanbieders een inburgeringscursus te volgen, in hoeverre is hier dan sprake van geldverspilling?

    Er is geen sprake van geldverspilling. Inburgeraars die een inburgeringsprogramma willen volgen bij een taalaanbieder kunnen dit doen.

  • Vraag 8
    Wilt u nagaan of er in de praktijk voldoende zicht en regie is op de werking van de verplichte inburgering en, indien dit niet het geval is, daartoe geëigende maatregelen treffen en de Kamer daarover informeren?

    Ik ben van mening dat er voldoende instrumenten zijn neergezet voor zicht en regie op de werking van de verplichte inburgering (zie antwoord op vraag 4 en 5). Ik zal de Kamer in het voorjaar van 2014 nader informeren over de inspanningen en resultaten van de inburgering van nieuwe inburgeringsplichtigen in 2013.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2013Z21450
Volledige titel: De afnemende deelname aan inburgering
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-681
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Pieter Heerma over de afnemende deelname aan inburgering