Kamervraag 2013Z20371

Munitiestortplaats Oosterschelde

Ingediend 24 oktober 2013
Beantwoord 18 december 2013 (na 55 dagen)
Indieners Henk van Gerven , Jasper van Dijk
Beantwoord door Melanie Schultz van Haegen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD), Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD)
Onderwerpen afval defensie internationaal natuur en milieu water
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z20371.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-896.html
1. EenVandaag, 21 oktober 2013
  • Vraag 1
    Onderschrijft u de risico's van de munitiestortplaats Oosterschelde?1

    De risico’s van spontane ontploffing en massadetonatie zijn door TNO in de periode 1999–2004 uitgebreid onderzocht. Daaruit bleek dat de kans op een spontane explosie praktisch nihil is en dat massadetonatie kan worden uitgesloten (TNO PML2003-A60). Verder heeft onderzoek ter plaatse geen negatieve effecten op het milieu aangetoond (TNO PML 2004 A40). De corrosie van de gestorte munitie is een buitengewoon traag proces dat honderden jaren zal duren. De daarbij vrijkomende metalen en andere stoffen komen sterk verdund in het water. Directe negatieve effecten op het watermilieu worden niet verwacht en zijn tot op heden niet aangetoond. De waarden van de jaarlijkse metingen die Rijkswaterstaat in het kader van de Kaderrichtlijn Water op verschillende meetpunten in de Oosterschelde uitvoert, blijven binnen de geldende normen voor zware metalen en laten afnemende concentraties zien. Voor zover bekend is in de omgeving van de voormalige munitiestortplaats geen fosfor aangespoeld. Op de voormalige munitiestortplaats geldt een duik-, vis- en ankerverbod om risico’s te vermijden. In 2014 zal de waterkwaliteit boven de voormalige munitiestortplaats maandelijks worden gemeten. Tevens wordt een onderzoek uitgevoerd naar de concentratie van zware metalen en energetische stoffen (van munitie en explosieven) in mosselvlees. Zo nodig wordt de Tweede Kamer over de resultaten hiervan nader geïnformeerd.

  • Vraag 2
    Op welke wijze wordt toezicht gehouden op deze munitiestort? Hoe vaak en door wie? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Is er in de loop der jaren een toename aan risico's waarneembaar, zoals het aanspoelen van fosfor en het vrijkomen van schadelijke stoffen in het water?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 4
    Welke saneringsvarianten zijn mogelijk en welke kosten zijn daarmee gemoeid?

    Op 9 juni 2004 is tijdens een algemeen overleg met uw Kamer gesproken over de mogelijkheid om de munitiestort in de Oosterschelde met een laag zand af te dekken. De kosten hiervan werden destijds geraamd op ongeveer € 7 miljoen. Vanwege de geringe risico’s is hier toen van afgezien. Om dezelfde reden is ook geen onderzoek uitgevoerd naar saneringsvarianten en de kosten daarvan. Zoals hierboven is gesteld, wordt de waterkwaliteit op verschillende meetlocaties gemonitord en is het risico van spontane explosies praktisch nihil.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat er grote risico's verbonden zijn aan niet ingrijpen?

    Nee. Volgens verschillende TNO-onderzoeken zijn er geen grote risico’s verbonden aan de voormalige munitiestortplaats. De jaarlijkse metingen van Rijkswaterstaat op verschillende meetpunten in de Oosterschelde laten afnemende concentraties van zware metalen zien.

  • Vraag 6
    Gaat u over tot sanering? Zo nee, hoe voorkomt u de genoemde risico's, zoals het gevaar van explosies?

    Zie antwoord vraag 4.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2013Z20371
Volledige titel: Munitiestortplaats Oosterschelde
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-896
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Jasper van Dijk en Van Gerven over Munitiestortplaats Oosterschelde