Ingediend | 18 oktober 2013 |
---|---|
Beantwoord | 13 november 2013 (na 26 dagen) |
Indiener | Bart de Liefde (VVD) |
Beantwoord door | Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | burgerlijk recht economie handel recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z20129.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-498.html |
Ja.
Ik wil voorop stellen dat het ondernemers vrij staat om zelf hun prijzen te bepalen. Consumenten mogen echter niet misleid worden, waardoor ze een koopbeslissing nemen die ze wellicht niet zouden nemen als ze wel over volledige en juiste informatie beschikten. Ik heb geen zicht op welke schaal ondernemers consumenten onjuist informeren over kortingen. Dit vergt regelmatige prijsvergelijkingen. Wanneer consumenten menen dat sprake is van misleidende kortingen, kunnen zij hiervan melding maken bij het informatieloket ConsuWijzer van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Voor de ACM vormen de meldingen bij ConsuWijzer een belangrijke bron van signalen over mogelijke misstanden op de markt. Er zijn dit jaar tot nu toe zes meldingen binnengekomen over misleidende kortingen bij elektronicawinkels.2
Ik keur iedere vorm van misleiding af. Ik vind het belangrijk dat consumenten op basis van volledige en juiste informatie hun koopbeslissing kunnen nemen. De regels over oneerlijke handelspraktijken (afdeling 3a van titel 3 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek) gebieden handelaren om transparant en volledig te zijn in de informatieverstrekking over bijvoorbeeld de belangrijkste kenmerken, zoals de prijs, van een product of dienst. Ook is het handelaren op grond van deze wetgeving niet toegestaan om consumenten te misleiden over de prijs, het bestaan van een specifiek prijsvoordeel of door bedrieglijk te beweren dat een product slechts gedurende een zeer beperkte tijd beschikbaar zal zijn waardoor ze onvoldoende tijd hebben om een geïnformeerd besluit te nemen. Consumenten dienen aan de hand van de verstrekte informatie in staat te worden gesteld om een weloverwogen aankoopbeslissing te nemen. Het is niet aan mij om te beoordelen of in dit specifieke geval sprake is van misleiding die in strijd is met wettelijke bepalingen. Dit is aan de ACM als toezichthouder op deze regels en uiteindelijk aan de rechter. Wel heb ik de ACM in kennis gesteld van de praktijken die in het krantenartikel worden beschreven en waaraan in vraag 1 wordt gerefereerd. Het is aan de ACM om te bepalen of zij naar aanleiding daarvan actie gaat nemen tegen de beschreven praktijken. De ACM heeft verschillende handhavingsinstrumenten tot haar beschikking. Zo kan zij overtreding van de regels over oneerlijke handelspraktijken sanctioneren met een boete van maximaal € 450.000 per overtreding. Er bestaat mijns inziens voldoende wetgeving die misleiding verbiedt en sanctioneert. Indien de ACM hiertoe aanleiding ziet, kan zij hierover met de sector in gesprek gaan.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.