Ingediend | 18 oktober 2013 |
---|---|
Beantwoord | 11 november 2013 (na 24 dagen) |
Indieners | Albert de Vries (PvdA), Jacques Monasch (PvdA) |
Beantwoord door | Stef Blok (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (VVD), Jeroen Dijsselbloem (minister financiën) (PvdA) |
Onderwerpen | huisvesting kopen en verkopen |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z20122.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-470.html |
Ja.
De NVM heeft aangegeven zich niet te herkennen in deze berichtgeving. In een eigen bericht op de website van de NVM wordt gemeld dat het niet zo is dat banken hogere rentetarieven in bepaalde regio’s hanteren.2
Ook de geldgevers hebben gemeld het beeld van hogere rentetarieven in bepaalde regio’s niet te herkennen.
Zie antwoord vraag 2.
Bij het verstrekken van een hypotheek gelden bepaalde maximum regels voor wat men mag lenen ten opzichte van het inkomen (Loan to Income, LTI) en voor wat men mag lenen ten opzichte van de waarde van de woning (Loan to Value, LTV). Deze regels zijn vastgelegd in de ministeriële regeling voor hypothecair krediet. De AFM houdt toezicht op het feit of de hypotheekregels worden nagevolgd door hypotheekverstrekkers. De leencapaciteit is afhankelijk van de hoogte en samenstelling van het inkomen en de hoogte van de rente. Een hogere rente zou zich derhalve vertalen in een lagere leencapaciteit.
Uiteindelijk is het aan de aanbieder om te besluiten welke rente hij hanteert. Aantoonbaar hogere risico’s kunnen zich verdisconteren in een hogere rente. Financiers hebben zich middels de Gedragscode Hypothecaire Financieringen wel gebonden aan de bepaling dat het enkele feit dat de hypothecair te verbinden woning is gelegen in een bepaalde wijk of postcodegebied geen grond mag zijn om de aanvraag in zijn geheel af te wijzen. Zoals vermeld in het antwoord op de vragen 2 en 3 zijn er geen aanwijzingen voor een hogere rente in bepaalde regio’s.