Ingediend | 15 oktober 2013 |
---|---|
Beantwoord | 11 november 2013 (na 27 dagen) |
Indieners | Michiel Servaes (PvdA), Roelof van Laar (PvdA) |
Beantwoord door | Lilianne Ploumen (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (PvdA), Frans Timmermans (minister buitenlandse zaken) (GroenLinks-PvdA) |
Onderwerpen | migratie en integratie organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z19701.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-474.html |
Ja.
De trend van kindermisbruik en met name kindhuwelijken is bekend. Kindhuwelijken zijn geen nieuw fenomeen in o.a. het Midden-Oosten, maar door de Syrische crisis lijkt het aantal gevallen toe te nemen. Dit is echter moeilijk te controleren en cijfers zijn niet beschikbaar.
Zie antwoord vraag 2.
Internationaal is een belangrijke eerste stap gezet door de aanname op 27 september jl. van een resolutie in de Mensenrechtenraad (MRR) waarmee erkend wordt dat kindhuwelijken en gedwongen huwelijken resulteren in een aantal fundamentele mensenrechtenschendingen. Het Kantoor van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten is verzocht om hierover een rapport op te stellen en een paneldiscussie te organiseren tijdens de 26e Mensenrechtenraad in juni 2014 («Strengthening efforts to prevent and eliminate child, early and forced marriages: challenges, achievements, best practices and implementation gaps»). Nederland was een van de initiatiefnemers van deze resolutie, samen met Canada, Finland en Zwitserland. De resolutie is gesteund door 107 landen maar de Golfstaten zagen af van co-sponsoring vanwege de verwijzing naar SRGR. Nu de resolutie het onderwerp op de agenda van de MRR heeft geplaatst biedt het vervolgtraject mogelijkheden tot inhoudelijke verdieping en draagvlakverbreding.
Bestrijding van kindhuwelijken is een prioriteit in het Nederlandse beleid. Zoals vermeld in de nota Wat de Wereld Verdient (blz. 27) maakt Nederland zich sterk voor het tegengaan van huwelijksdwang (kindbruiden) en seksueel geweld, onder meer door deelname aan de internationale campagne «Girls not Brides».
Nederland brengt het thema internationaal onder de aandacht in diverse gremia, waaronder de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, de Veiligheidsraad, de Mensenrechtenraad en de Raad van Europa en draagt actief bij aan de preventie van geweld tegen vrouwen en meisjes, zowel bilateraal als multilateraal. Zo organiseerden Nederland, Canada en Ghana op 25 september en marge van de AVVN een side-event over beëindiging van kindhuwelijken, getiteld «Too Young To Wed», in aanwezigheid van een voormalig potentieel Pakistaans kindbruidje. Hierbij heeft de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking speciale aandacht gevraagd voor deze wanpraktijk en opgeroepen tot het vormen van een brede coalitie die concrete actie moet gaan ondernemen om kindhuwelijken tegen te gaan.
Op 18 oktober jl. heeft Nederland bijgedragen aan het open debat in de Veiligheidsraad over vrouwen, vrede en veiligheid en in EU-verband is de VR-resolutie gesteund die oproept tot krachtige implementatie van VR-resolutie 1325.
Aanspreken van de autoriteiten van de landen waaruit de plegers komen, heeft het meeste zin als dit in internationaal verband gebeurt. Daarom ondersteunt Nederland initiatieven in andere gremia zoals het «Preventing Sexual Violence in Conflict»-initiatief dat door de Britse Minister van Buitenlandse Zaken William Hague is gelanceerd en waarvoor via de G8 bredere internationale steun wordt geworven. Samen met de NGO «Girls Not Brides» maakt Nederland deel uit van de internationale campagne tegen kindhuwelijken. Financieel draagt Nederland bij aan de uitbanning van geweld tegen vrouwen en meisjes via het UN Trustfund to Eliminate Violence against Women (dat tot op heden 135 lokale initiatieven in 128 landen ter bestrijding van geweld tegen vrouwen en meisjes heeft gefinancierd) en via het door het Ministerie van Buitenlandse Zaken ingestelde Funding Leadership and Opportunities for Women-fonds (FLOW) voor projecten op het gebied van bestrijding van geweld tegen vrouwen en meisjes en economische weerbaarheid en politieke participatie van vrouwen, waarbij speciale aandacht uitgaat naar de MENA-regio.
Zie antwoord vraag 5.
Tijdens haar bezoek medio september aan het Syrische vluchtelingenkamp Za’ateri in Jordanië en aan illegale kampementen in Libanon, alsmede in gesprekken met UNICEF en UNHCR, heeft de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking specifiek aandacht besteed aan de positie van vrouwen en meisjes. Hierbij werd ook ingegaan op het probleem dat meisjes, in een poging hen te beschermen, op steeds jongere leeftijd worden uitgehuwelijkt.
UNHCR heeft bewustmakingsprogramma’s over kindhuwelijken voor Syrische vluchtelingen en focust op identificatie van kwetsbare gezinnen in dit opzicht. Tot op heden heeft Nederland aan UNHCR een ongeoormerkte bijdrage van 36 miljoen euro humanitaire hulp voor slachtoffers van de Syrische crisis beschikbaar gesteld. Tevens is voor de Syrische crisis uit dit budget 3,5 miljoen euro beschikbaar gesteld aan de VN-organisatie voor kinderen UNICEF, die zich ook bezig houdt met bestrijding van deze kwalijke praktijken en gender gerelateerd en seksueel geweld.