Ingediend | 25 september 2013 |
---|---|
Beantwoord | 15 oktober 2013 (na 20 dagen) |
Indieners | Madeleine van Toorenburg (CDA), Gerard Schouw (D66) |
Beantwoord door | Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA) |
Onderwerpen | bestuur gemeenten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z18117.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-246.html |
De VNG en het kabinet hebben, gezien de vraagstukken waarmee het openbaar bestuur in de komende jaren te maken krijgt, gezamenlijk ingezet op een versterking van de beschikbare kennis en expertise op het terrein van de financiële verhoudingen. Het is in dat kader dat het CPB is gevraagd om voor de periode 2013–2017 een meerjarige onderzoeksagenda decentrale overheden en een bijbehorend programma binnen de sector publieke financiën in te richten.
Het totaalbedrag van € 2 mln. euro dat aan het CPB ter beschikking is gesteld, wordt zowel voor de uitvoering van de motie Schouw, als voor de bekostiging van de onderzoekscapaciteit voor de onderzoeksagenda (circa 5 fte) ingezet. Hierbij geldt dat de uitvoering van de motie Schouw feitelijk losstaat van de meerjarige onderzoeksagenda decentrale overheden, aangezien deze agenda niet slechts betrekking heeft op de decentralisaties, maar het hele scala van vraagstukken gerelateerd aan de financiële verhoudingen bestrijkt.
De gezamenlijke financiering (gemeenten en rijk ieder de helft) is overeengekomen in het bestuurlijk overleg tussen de staatssecretaris van Financiën, de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Vereniging Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg PO en de Unie van Waterschappen van 22 mei van dit jaar. De VNG heeft haar leden voorts gevraagd zich uit te spreken over de financiering van de meerjarige onderzoeksagenda, waarbij een ruime meerderheid (95% van de aanwezige leden) het voorstel heeft ondersteund. Gelet op de verdeling van de kosten geldt dat er geen sprake is van een volledige financiering van de onderzoeksagenda door de gemeenten. Het Rijk dekt zijn deel van de kosten, conform de gebruikelijke praktijk, uit de uitgavencategorie «kosten Financiële – verhoudingswet». De gelden die onder deze uitgavencategorie vallen, zijn onderdeel van het Rijksbudget. Deze gelden zijn niet inzetbaar voor gemeenten en zijn slechts administratief ondergebracht bij het Gemeentefonds. De middelen vloeien bij onderuitputting terug naar het onderzoeksbudget van het komende jaar en de schatkist.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.