Ingediend | 23 september 2013 |
---|---|
Beantwoord | 9 oktober 2013 (na 16 dagen) |
Indiener | Marith Volp (PvdA) |
Beantwoord door | Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA) |
Onderwerpen | gezondheidsrisico's jongeren zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z17961.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-194.html |
Ja, ik ben bekend met dit artikel.
Ja, die mening deel ik.
Mijn beeld is dat de gemeenten hun taak om toe te zien op de naleving van de leeftijdsgrenzen verschillend oppakken. Een aantal gemeenten zet momenteel fors in op de handhaving van de leeftijdsgrens, zoals Utrecht en Rotterdam. Andere gemeenten zitten nog in een overgangsfase. Inmiddels zijn 230 toezichthouders aangewezen om toezicht op de Drank- en Horecawet (DHW) te houden. De verwachting is dat eind 2013 ongeveer 350 mensen zullen zijn opgeleid tot toezichthouder DHW. Gelet op de adressen die de examenkandidaten bij hun aanmelding hebben opgegeven, is het beeld dat de toezichthouders gespreid over Nederland zullen worden ingezet.
De handhaving van de Tabakswet, dus ook van de leeftijdsgrens, gebeurt door de NVWA. Het toezicht op de Tabakswet is niet gedecentraliseerd. De problemen met de handhaving zijn enigszins vergelijkbaar met die bij alcohol, zij het dat de naleving door de jongeren zelf bij tabak heel hoog is. Dat wil zeggen dat maar weinig jongeren onder de huidige leeftijdsgrens van 16 jaar proberen tabak te kopen. Maar degenen die dat doen, slagen daar meestal wel in. De naleving van de leeftijdsgrens door tabaksverkopers is dus onvoldoende.
Van de huidige 16- en 17-jarigen rookt ongeveer een kwart dagelijks. Onder deze groep zal de spontane naleving van de leeftijdsgrens van 18 jaar in eerste instantie waarschijnlijk gering zijn. Om de handhaving te versterken, zal de NVWA vanaf volgend jaar extra capaciteit inzetten: een speciaal opgeleid team van ongeveer 45 jongere toezichthouders zullen worden ingezet bij zowel de controle op het rookverbod in de horeca als op de naleving van de (nieuwe) leeftijdsgrens.
Ik verwijs u ook naar de antwoorden in de nota naar aanleiding van het verslag van 26 juni 2013 (Kamerstuk 33 590, nr. 6) en de antwoorden op de Kamervragen van mw. Dijkstra van 27 mei 2013 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 2379).