Kamervraag 2013Z17689

De aanpak van de productie van GHB en de verkoop van grondstoffen hiervoor

Ingediend 18 september 2013
Beantwoord 29 oktober 2013 (na 41 dagen)
Indieners Carla Dik-Faber (CU), Gert-Jan Segers (CU)
Beantwoord door Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD), Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA)
Onderwerpen criminaliteit gezondheidsrisico's openbare orde en veiligheid zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z17689.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-364.html
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «Grondstof GHB moet op harddrugslijst»1 en het bericht «OM en politie ten strijde tegen online GHB-grondstof»?2

    Ja.

  • Vraag 2
    Herinnert u zich de antwoorden op eerdere vragen over de drug GHB?3 4

    Ja.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening van de landelijk officier synthetische drugs van het Openbaar Ministerie (OM) dat GBL, de grondstof van de drugs GHB, op lijst 1 van de Opiumwet moet komen zodat de handel en productie van GHB beter aangepakt kan worden?

    De quick scan van de Coördinatiecommissie Assessment en Monitoring nieuwe drugs (CAM) naar het problematisch gebruik van GBL is nog niet afgerond. De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) verwacht het rapport in november te ontvangen. Hij heeft de CAM, waarin ondermeer de politie en het openbaar ministerie (OM) deelnemen, tevens gevraagd hem op basis van de resultaten van de quick scan te adviseren over een eventuele aanpassing van het beleid. Op grond van dit advies zullen wij ons beraden over de vraag of er aanleiding bestaat om stappen te nemen. Wij achten het niet wenselijk hierop vooruit te lopen. Wel herhalen wij dat het plaatsen van GHB op lijst I van de Opiumwet tot gevolg heeft gehad dat onder omstandigheden strafrechtelijk kan worden ingegrepen op grond van artikel 10a Opiumwet als GBL wordt verhandeld met het oog op het produceren van Opiumwetmiddelen. Daarbij bieden zowel de zuiverheidsgraad, de hoeveelheid, de aard van de afnemer (al dan niet een bekend industrieel bedrijf) of de klantenkring aanknopingspunten om verdachte transacties op te sporen en te vervolgen.

  • Vraag 4
    Bent u nog steeds van mening dat het niet wenselijk is dat Nederland, net zoals Australië en de Verenigde Staten, overgaat tot een verbod op meer dan 80% zuivere GBL? Waarop baseert u de mening dat deze maatregel nauwelijks effectief zal zijn? Zijn er onderzoeksresultaten in deze landen die dit bevestigen?

    Wij verwachten dat een dergelijk verbod niet of nauwelijks effectief zal zijn, omdat ook GBL met minder dan 80% zuiverheid kan worden toegepast bij de productie van GHB. Ons zijn geen onderzoeksresultaten bekend uit landen die tot een dergelijk verbod zouden zijn overgegaan.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat de bewijslast voor het OM vereenvoudigd wordt als er wel een dergelijk verbod zou zijn voor GBL met een hoge zuiverheidsgraad en dat het invoeren van een dergelijk verbod de drempel voor GHB productie in ieder geval zou verhogen?

    Wij verwijzen naar het antwoord op vragen 3, 4 en 9.

  • Vraag 6
    Wat zijn inmiddels de ervaringen met de afspraken die het Landelijk Parket heeft gemaakt over de handel in GBL? Hoe vaak zijn ongebruikelijke of verdachte transacties van GBL inmiddels gemeld door de chemische industrie en door de 22 handelaren die nu bij het OM in het vizier zijn?

    De afspraken houden in dat de chemische industrie is verzocht om op basis van vrijwilligheid ongebruikelijke of verdachte transacties van deze stoffen te melden bij het Meldpunt verdachte transacties chemicaliën, waarna doorgeleiding van de melding naar de politie plaatsvindt. Verder maakt het opwerpen van barrières voor de producenten deel uit van de bestrijding van de productie van synthetische drugs. Op 5 september jl. heeft het OM samen met de politie per e-mail een brief verzonden aan bekende online GBL-handelaren die volgens de politie en het OM het risico lopen zich schuldig te maken aan het overtreden van artikel 10a Opiumwet. In deze email zijn zij op dit risico gewezen en is hen dringend geadviseerd te stoppen met de verkoop van GBL. Na 5 september 2013 zijn er geen nieuwe meldingen gedaan van de invoer van GBL. Enkele handelaren hebben inmiddels te kennen gegeven te stoppen met de verkoop van GBL. Het OM houdt deze ontwikkelingen samen met de politie nauwlettend in de gaten.

  • Vraag 7
    Bent u bereid de vrijwillige meldingsplicht te vervangen door een vergunningensysteem voor de verkoop van GBL zoals dat in EU-landen Bulgarije, Slowakije en Zweden het geval is? Deelt u de mening dat dit de drempel op GHB te produceren kan verhogen?

    De World Health Organisation (WHO) werkt aan een risico-evaluatie van GBL. Afhankelijk van het resultaat zou dit kunnen leiden tot een advies aan de Commission on Narcotic Drugs van de Verenigde Naties om GBL onder controle te brengen. Nu binnen de EU onvoldoende draagvlak bestond om GBL op de Europese lijst van drugsprecursoren op te nemen, wachten wij het resultaat van de risico-evaluatie van de WHO en de eerdergenoemde quick scan van de CAM af.

  • Vraag 8
    Heeft u inmiddels binnen Europa gepleit voor denaturatie van GBL, zodat deze niet meer voor menselijke consumptie kan worden gebruikt, zoals eerder gebeurd is met spiritus? Zo nee, bent u bereid dit te doen?

    Binnen de EU is gepleit voor beperkende maatregelen. De andere lidstaten van de EU hebben daaraan onvoldoende steun verleend.

  • Vraag 9
    Is de quick scan van de Coördinatiecommissie Assessment en Monitoring nieuwe drugs met betrekking tot het gebruik van GBL inmiddels afgerond? Welke adviezen heeft deze commissie uitgebracht voor aanpassingen van het huidige beleid?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Mededeling - 9 oktober 2013

    Hierbij bericht ik u, mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, dat de schriftelijke vragen van de leden Segers en Dik-Faber (beiden ChristenUnie) over de aanpak van de productie van GHB en de verkoop van grondstoffen hiervoor (ingezonden 18 september 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2013Z17689
Volledige titel: De aanpak van de productie van GHB en de verkoop van grondstoffen hiervoor
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-364
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Segers en Dik-Faber over de aanpak van de productie van GHB en de verkoop van grondstoffen hiervoor