Kamervraag 2013Z16691

Het dichten van het btw-lek

Ingediend 5 september 2013
Beantwoord 19 mei 2014 (na 256 dagen)
Indiener Ed Groot (PvdA)
Beantwoord door Frans Weekers (VVD)
Onderwerpen belasting financiën
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z16691.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1985.html
1. «Stimuleer de groei met invoering van kasstelsel voor btw», Het Financieele Dagblad, 2 september 2013
2. «Groenboek over de toekomst van de btw», Europese Commissie, SEC (2010)
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Stimuleer de groei met invoering van kasstelsel voor btw»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Hoe vaak kwam het de afgelopen jaren voor dat de Belastingdienst de btw restitueerde aan de leverancier en hierdoor een btw-lek ontstond? Wat was gedurende de afgelopen vijf jaar de totale omvang van het btw-lek?

    Aangenomen wordt dat hier wordt gedoeld op de bepaling in artikel 29 Wet op de Omzetbelasting 1968 die voorziet in een recht op teruggaaf van reeds afgedragen omzetbelasting wanneer een ondernemer door zijn afnemer niet wordt betaald. In onderstaande tabel zijn de gegevens opgenomen met betrekking tot het aantal verzoeken om teruggaaf op basis van artikel 29 en de daarmee gemoeide omvang.
    Totaal aantal
    19.731
    22.185
    23.546
    25.602
    29.075
    Totaal bedrag (x € mln.)
    128
    150
    123
    135
    141
    Om te bepalen in hoeverre sprake zou zijn van een btw-lek, zouden deze bedragen afgezet moeten worden tegen de btw-bedragen die in aftrek zijn gebracht voor facturen die niet zijn betaald door bedrijven die nadien failliet zijn gegaan. Bij de Belastingdienst is over de omvang van door failliete bedrijven in aftrek gebrachte btw waarbij de factuur niet is betaald geen specifieke informatie aanwezig, zodat geen uitspraak kan worden gedaan over de omvang van dit btw-lek. Uiteraard zijn de activiteiten bij de Belastingdienst erop gericht om het risico op definitieve derving van belastingen en premies in situaties van faillissement zo laag mogelijk te houden.

  • Vraag 3
    Onderschrijft u de stelling in het artikel dat invoering van een kasstelsel voor de btw een «geweldige impuls» aan het bedrijfsleven zou geven en leidt tot forse administratieve lastenverlichting voor de Belastingdienst? Zo nee, welke argumenten zijn er dan tegen invoering van een kasstelsel?

    Invoering van een verplicht kasstelsel voor alle bedrijven heeft een veel bredere impact dan de gevallen waarin sprake is van het genoemde btw-lek. Het raakt de financiële positie van iedere ondernemer en de kasstroom tussen ondernemer en Belastingdienst. Niet alleen zal de btw over de omzet pas verschuldigd worden op het moment waarop de betaling wordt ontvangen, ook het recht op aftrek van betaalde btw zal pas ontstaan op het moment waarop daadwerkelijk is betaald. Dat heeft voor alle kosten tot gevolg dat de daarop drukkende btw later dan nu verrekend kan worden. Het financieringsvoordeel dat de invoering van een kasstelsel voor het bedrijfsleven als geheel heeft, neemt dan ook niet weg dat op het niveau van de individuele ondernemer tegenover mogelijke financieringsvoordelen mogelijke financieringsnadelen staan. Het per saldo effect kan geheel verschillend zijn, zowel per ondernemer als per tijdvak. De vele ondernemingen die zich in een btw-teruggaafpositie bevinden omdat zij grensoverschrijdend actief zijn (binnen en buiten Europa) en hun goederen met 0% btw de grens overgaan ondervinden door invoering van het kasstelsel uitsluitend nadeel.
    Naast het feit dat tegenover het financieringsvoordeel op macro-niveau voor het bedrijfsleven een financieringsnadeel voor de schatkist staat, leidt invoering van een kasstelsel voor de schatkist ook tot een eenmalig negatief kaseffect.
    Tevens moet worden bedacht dat ook in een kasstelsel de juiste aftrek zal moeten worden gestaafd aan de hand van facturen. De Belastingdienst zal ook op toepassing van het kasstelsel en de onderliggende administratie moeten controleren. Hierdoor zullen de uitvoeringskosten bij de Belastingdienst dan ook niet substantieel wijzigen.
    Daarnaast heeft de overgang op een breed kasstelsel voor een groot deel van het bedrijfsleven tot gevolg dat de aansluiting op de facturenadministratie wordt verbroken, hetgeen vanuit het oogpunt van de bedrijfsadministratie geen vereenvoudiging vormt en tevens aanzienlijke kosten met zich brengt. Voor bepaalde sectoren die vooral aan particulieren producten leveren en diensten bewijzen, is het nu al mogelijk om een kasstelsel te hanteren. Voor hen heeft de overgang op een kasstelsel dan ook geen meerwaarde. De te verwachten administratieve lastenverlichting is voor die ondernemers dan ook niet groot.
    De stelling in het artikel dat sprake zal zijn van een «geweldige impuls» kan ik dan ook niet onderschrijven.
    Tot slot geldt dat bij een brede verplichte invoering van het kasstelsel de Europese Commissie zal moeten worden geraadpleegd in verband met eventuele strijdigheid met de desbetreffende richtlijnbepalingen.

  • Vraag 4
    Welke structurele administratieve lastenverzwaring dan wel -verlichting is met de invoering van een kasstelsel gemoeid?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 5
    De Europese Commissie gaf in 2010 al aan dat met een kasstelsel de derving van btw-inkomsten als gevolg van failliete afnemers kan worden beperkt2; in de kabinetsreactie op het advies wordt hier niet aan gerefereerd; hoe kijkt u aan tegen een uitbreiding van het kasstelsel, zoals in het genoemde artikel wordt voorgesteld?

    In het Groenboek over de toekomst van de btw is inderdaad opgemerkt dat met de invoering van een kasstelsel voor elke ondernemer de derving als gevolg van failliete afnemers zou kunnen worden beperkt. Zoals hiervoor is aangegeven heeft de invoering van het kasstelsel voor ondernemers echter ook nadelen voor de liquiditeitspositie. Het Nederlandse bedrijfsleven doet veel grensoverschrijdende zaken en heeft een dergelijke brede invoering van het kasstelsel, wellicht mede daarom, ook nooit bepleit. In de reactie op het Groenboek heeft Nederland dan ook niet specifiek gepleit voor een wijziging van de BTW-richtlijn3 waardoor eenduidig komt vast te staan dat de invoering van een kasstelsel voor alle ondernemers mogelijk zou worden.

  • Mededeling - 13 november 2013

    Hierbij deel ik u mee dat de beantwoording van de Kamervragen van het lid Groot meer tijd en onderzoek vergt dan ten tijde van de vorige uitstelbrief de verwachting was. Voor een nauwkeuriger begrip van voor- en nadelen van het kasstelsel is een nadere verkenning vereist van zowel juridische als budgettaire consequenties. Dit in verband met de wijziging in de systematiek van de btw met betrekking tot de verschuldigdheid van belasting en het recht op aftrek van voorbelasting, die het eventueel invoeren van een breed kasstelsel met zich mee brengt.

  • Mededeling - 30 september 2013

    Hierbij deel ik u mee dat de Kamervragen van het lid Groot niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord. Het is gebleken dat de beantwoording van enkele vragen meer tijd van onderzoek zal vergen dan gebruikelijk.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2013Z16691
Volledige titel: Het dichten van het btw-lek
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-1985
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Groot over het dichten van het btw-lek