Ingediend | 27 augustus 2013 |
---|---|
Beantwoord | 17 september 2013 (na 21 dagen) |
Indieners | Joël Voordewind (CU), Kees van der Staaij (SGP) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | migratie en integratie organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z16122.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-7.html |
Ja.
In de periode 2011–2013 financiert de Nederlandse ambassade in Islamabad uit het Mensenrechtenfonds een project van de organisatie CLAAS. De activiteit waarvoor CLAAS subsidie ontvangt, is een andere dan de in deze vragen beschreven activiteit. De subsidieverstrekking zegt daarmee niet per definitie iets over de status van door CLAAS verstrekte informatie in de asielprocedure.
In algemene zin wordt informatie van een NGO door de IND niet zonder meer als betrouwbaar aangemerkt. Dit geldt overigens ook voor informatie van enig ander persoon of organisatie. De IND maakt altijd een beoordeling ten aanzien van de objectiviteit, betrouwbaarheid en onafhankelijkheid van de bron waarvan de informatie afkomstig is. Daarnaast wordt er gekeken naar de inhoud van de informatie. Daarbij kan bijvoorbeeld gekeken worden of de informatie overeenkomt met de verklaringen van de vreemdeling tijdens de procedure of met de beschikbare informatie over de situatie in het land van herkomst. Ook kan gekeken worden of de informatie door (andere) bronnen bevestigd wordt. Verder is het van belang vast te stellen op welke wijze, praktisch en inhoudelijk, de informatie tot stand is gekomen. Op basis hiervan kan de IND een oordeel vormen over de waarde die toegekend wordt aan de ingebrachte informatie. Voorgaande geldt ook voor een organisatie als CLAAS. Bij iedere zaak wordt, op basis van de inhoud van de informatie, een individuele afweging gemaakt.
Ik heb geen informatie over hoe in andere Europese landen wordt omgegaan met informatie van CLAAS.
Zie antwoord vraag 2.
Het onderzoek door Bureau Documenten van de IND is tweeledig: een technisch onderzoek (wijze waarop documenten worden vervaardigd) en een tactisch onderzoek (onderzoek naar de (on)verenigbaarheid van verschillende aspecten). Als Bureau Documenten een document binnenkrijgt waarvan het geen vergelijkingsmateriaal heeft, dan kan er op basis van eerdergenoemd onderzoek niet altijd een uitspraak worden gedaan over de echtheid. Als er door Bureau Documenten geen uitspraak kan worden gedaan, betekent dit echter niet dat de inhoud van een document zonder meer terzijde geschoven wordt. Allereerst zal worden bezien of onderzoek anderszins, bijvoorbeeld in het land van herkomst, tot de mogelijkheden behoort. Indien ander onderzoek ook geen uitkomst biedt, zal zoals ik in antwoord 2 en 3 heb toegelicht, in iedere zaak een individuele beoordeling plaatsvinden. Ik acht deze werkwijze zorgvuldig en toereikend.