Ingediend | 2 mei 2013 |
---|---|
Beantwoord | 10 juni 2013 (na 39 dagen) |
Indiener | Pieter Omtzigt (CDA) |
Beantwoord door | Frans Timmermans (minister buitenlandse zaken) (GroenLinks-PvdA), Jetta Klijnsma (staatssecretaris sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | ouderen sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z08922.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2530.html |
Ja.
Het arrest van het Hof van Justitie in de zaak Hogan (C-398/11) wordt op dit moment geanalyseerd. Daarbij wordt tevens nagegaan of er en zo ja, wat dan de gevolgen zijn voor Nederland. Ik zal Uw Kamer gaande het zomerreces van de resultaten van deze analyse op de hoogte brengen.
Er is geen voorstel van de Europese Commissie voor een regeling inzake Europese aansprakelijkheid of voor een Europees garantiestelsel voor pensioenen. Een dergelijk voorstel maakt ook geen onderdeel uit van de beleidsvoorstellen van de Europese Commissie in het Witboek Pensioenen.
Nederland heeft ingestemd met richtlijn 2008/94/EG. De richtlijn betrof een aanpassing van richtlijn 80/987/EEG van 20 oktober 1980 aan de jurisprudentie van het Hof van Justitie. Bij deze aanpassing is artikel 8, dat in het arrest Hogan centraal staat, ongewijzigd gebleven. Artikel 8 verplicht de lidstaten zich ervan te vergewissen dat de nodige maatregelen worden getroffen om de belangen van de werknemers bij insolventie te beschermen met betrekking tot hun verkregen rechten of hun rechten in wording op ouderdomsuitkeringen. De uitleg die in het arrest Hogan aan artikel 8 wordt gegeven was niet voorzienbaar ten tijde van de opname van dit artikel in richtlijn 80/987/EEG.
Nederland heeft deelgenomen aan de mondelinge behandeling van de zaak bij het Hof van Justitie. Aanleiding hiervoor waren de schriftelijke opmerkingen van de Europese Commissie in deze zaak. De Europese Commissie stuurde in haar opmerkingen aan op een uitleg van de richtlijn waarbij de lidstaten ervoor moeten zorgen dat in geval van faillissement een bepaald minimumniveau aan pensioenrechten van werknemers wordt gegarandeerd. Verder vond de Commissie het niet noodzakelijk dat er een causaal verband wordt vastgesteld tussen het verlies van pensioenrechten en de insolventie van de werkgever. Tijdens de zitting heeft Nederland – net zoals Ierland – betoogd dat de richtlijn een inspanningsverplichting oplegt aan de lidstaten. De lidstaten zijn verplicht voorzieningen te treffen ter bescherming van de pensioenaanspraken van de werknemer bij insolventie, maar de richtlijn geeft geen garantie van pensioenaanspraken. Verder heeft Nederland naar voren gebracht dat voor de toepassing van artikel 8 van de richtlijn een causaal verband vereist is tussen een eventuele aantasting van de werknemersbelangen en de insolventie van de werkgever.
Zie het antwoord op vraag 2.