Ingediend | 24 april 2013 |
---|---|
Beantwoord | 21 mei 2013 (na 27 dagen) |
Indiener | Harry van Bommel |
Beantwoord door | Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD), Frans Timmermans (minister buitenlandse zaken) (GroenLinks-PvdA) |
Onderwerpen | internationaal internationale samenwerking |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z08491.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2311.html |
Ja.
Na instemming van de Regering is destijds aan de Stichting Joods Nationaal Fonds te Amsterdam bericht dat geen bezwaar kan worden gemaakt tegen vernoeming van dit project.
Ja, ik ben bekend met deze campagne. Keren Kayemeth LeIsrael – Jewish National Fund (KKL-JNF) verwerft sinds zijn oprichting in 1901 land in eigendom voor het Joodse volk met particulier geworven fondsen. De organisatie heeft in het verleden onder meer gronden opgekocht van de Israëlische overheid die ooit aan Palestijnse vluchtelingen behoorden. Voor zover het vluchtelingen betreft die nu buiten Israël wonen, voorziet het Israëlische beleid in financiële compensatie in het kader van een uiteindelijke vredesregeling. Voor zover het gaat om Palestijnen die hun gronden in 1948–49 hebben verlaten en zich daarna elders in Israël hebben gevestigd, geldt een compensatieregeling. Deze compensatieregelingen zijn overheidsaangelegenheden, niet van KKL-JNF.
In 2000 heeft het Israëlische Hooggerechtshof bepaald dat KKL-JNF niet mag discrimineren bij het verpachten van zijn gronden.
KKL-JNF fungeert onder andere als bosbeheerder op de Westelijke Jordaanoever.
KKL-JNF moet worden onderscheiden van de stichting Joods Nationaal Fonds te Amsterdam. De Stichting Joods Nationaal Fonds wordt niet aangestuurd door het KKL-JNF in Israël en heeft een autonoom bestuur. Fondsen die in Nederland worden geworven voor specifieke projecten worden geoormerkt overgemaakt naar Israël en de verantwoording voor de uitgaven wordt in Nederland gecontroleerd. Het waterproject is een initiatief van de Stichting Joods Nationaal Fonds te Amsterdam. De regering heeft zich ervan vergewist dat de projecten van de Stichting Joods Nationaal Fonds te Amsterdam zich uitsluitend binnen de zogenaamde «groene lijn» in Israël bevinden, dus niet in bezet gebied. Zij leveren dus op geen enkele wijze een bijdrage aan de bezetting of nederzettingenbouw.
Ja, dit rapport ken ik. Dit rapport gaat niet over onderhavig project of het gebied waarin het wordt uitgevoerd, dat volledig is gelegen binnen de internationaal erkende grenzen van de staat Israël.
De cijfers over waterverbruik in dat rapport komen overeen met cijfers van andere organisaties, waaronder de Palestijnse Water Autoriteit (PWA) en meerdere NGO’s. Israël betwist een aantal van deze cijfers.
De verdeling, het beheer van en toegang tot water op de Westelijke Jordaanoever zijn overeengekomen in de Oslo-akkoorden. De daarin overeengekomen verdeling is een tijdelijke oplossing en had als één van de Finale Status-onderwerpen na vijf jaar opgevolgd moeten worden door een definitieve verdeling. Als gevolg van het uitblijven van een definitief akkoord, is nog altijd de verdeling van 80–20% uit de Oslo-akkoorden van kracht. Tevens is er nog geen oplossing van het probleem van de nederzettingen overeengekomen tussen de partijen.
In het algemeen geldt op basis van het humanitair oorlogsrecht dat Israël de Palestijnse watervoorraden dient te gebruiken voor het beheer van het bezette gebied en om te voorzien in de essentiële behoeften van de Palestijnse bevolking.
Het Koning Willem-Alexander Waterproject maakt gebruik van afvalwater dat afkomstig is van de huishoudens van Mitspe Ramon, dat geheel binnen de internationaal erkende grenzen van de staat Israël is gelegen.