Ingediend | 22 april 2013 |
---|---|
Beantwoord | 17 mei 2013 (na 25 dagen) |
Indiener | Magda Berndsen (D66) |
Beantwoord door | Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA) |
Onderwerpen | bestuur gemeenten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z08179.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2272.html |
Bij brief van 21 december 2012 heeft de Nederlandse Vereniging van Burgerzaken mij gewezen op het feit dat de wachttijden voor kosteloze huwelijken oplopen. In mijn antwoordbrief van 6 maart 2013 (met kenmerk 2013–0000061038) heb ik geantwoord dat ik geen reden zie voor een wettelijke aanpassing op dit punt.
Het aantal huwelijken dat een gemeente kosteloos afsluit en de vorm daarvan is ter invulling van de gemeente. Op basis van artikel 4 van de» Wet tot regeling der heffing van regten wegens de verrigtingen van den ambtenaar van den burgerlijken stand» van 23 april 1897, waarin is bepaald dat gemeenten een minimaal aantal keren per week de gelegenheid dienen te geven om gratis te trouwen. De gemeente is vrij te bepalen op wat voor tijdstippen zij kosteloze huwelijken wil voltrekken, of op welke wijze deze worden ingevuld. Zij kan deze zo sober inrichten als ze zelf nodig acht. Op deze manier kan een gemeente zelf invloed uitoefenen op het aantal aanvragen voor kosteloze huwelijken. Voor een zogenaamd baliehuwelijk, zonder ceremonie in een trouwzaal, kan een gemeente een relatief laag legestarief rekenen omdat ze daar minder werkzaamheden aan heeft.
De term «Gratis trouwen» is misleidend en betekent niet dat de gemeente er geen kosten aan heeft, deze kosten worden door de gemeente zelf gedragen. Dit is een tegemoetkoming van de gemeente aan haar burgers, als daar tegen over een langere wachttijd staat voor diezelfde burgers dan lijkt me dat niet onredelijk. Een huwelijk wordt bovendien vaak ook al lang van tevoren gepland. Indien men die tijd niet wil uittrekken zal men toch voor een betaald huwelijk kiezen.
Ja.
De tijden veranderen, en veel mensen willen zelf hun eigen invulling geven aan hun huwelijksdag. Blijkbaar kiezen meer mensen dan voorheen ervoor om de formele kant van het huwelijk kosteloos te regelen. Ik heb daar verder geen oordeel over.
Nee die opvatting deel ik niet. Er moet een mogelijkheid blijven om gratis in het huwelijk te treden, zodat deze verbintenis voor iedereen mogelijk is.
De huidige wetgeving staat het vaststellen van een inkomensafhankelijk tarief voor leges voor huwelijksvoltrekking niet toe. Artikel 219 tweede lid van de Gemeentewet geeft expliciet aan dat gemeentelijke belastingen niet mogen worden geheven naar inkomen, winst of vermogen. Het vaststellen van inkomensafhankelijke regelingen is voorbehouden aan de Rijksoverheid.
Weliswaar kan een gemeente ook in haar verordening opnemen dat kwijtschelding van de leges kan worden verleend in geval de betalingscapaciteit onder of op het minimum niveau ligt (op basis van artikel 255 Gemeentewet, zoals dat ook mogelijk is bij OZB en de Rioolheffing). Echter voor retributies zoals deze leges wordt meestal geen kwijtschelding verleend omdat er van wordt uitgegaan dat de aanvrager ook de keuze heeft om een kosteloos huwelijk te sluiten.
Nee, inkomensbeleid is en blijft voorbehouden aan het Rijk. Op grond van het bovenstaande zie ik geen reden om de huidige regeling aan te passen.