Ingediend | 22 april 2013 |
---|---|
Beantwoord | 21 mei 2013 (na 29 dagen) |
Indiener | Renske Leijten |
Beantwoord door | Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA) |
Onderwerpen | ouderen zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z08158.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2874.html |
Indien cliënten er vaker voor kiezen om (alle) woonlasten voor eigen rekening te nemen, dan heb ik daar geen problemen mee.
Zie antwoord vraag 1.
Navraag bij de Nevep (Nederlandse Vereniging van Particuliere Woon- en/of Zorgvoorzieningen) leert dat er in Nederland ongeveer 90 ondernemers met circa 150 locaties zijn, verspreid over het land. Het betreft ongeveer 2.600 plaatsen. Dit is ongeveer 2% van het totaal aantal instellingen in de sector Verpleging en Verzorging.
In Nederland werken ongeveer 260.000 in de sector verpleging en verzorging. Ongeveer 2% hiervan (= 5.000 mensen) werkt in een particuliere instelling.
De zorgverlening in particuliere zorginstellingen is vaak kleinschalig georganiseerd. Dit kan voor mensen een aantrekkelijke werkomgeving vormen.
Alle instellingen dienen verantwoorde zorg te leveren. De IGZ houdt toezicht, handhaaft en publiceert de resultaten.
Ik deel deze mening niet. Het klopt dat cliënten met betrekking tot het wonen steeds vaker hun eigen keuzes willen maken en zo lang mogelijk in hun eigen omgeving geholpen willen worden. Daar heb ik geen problemen mee.
Ik ben van mening dat de basiszorg op elke plek op orde moet zijn. Ik zet mij er voor in dat dit ook in de toekomst gegarandeerd kan worden. Met betrekking tot het wonen vind ik het goed dat dit zoveel mogelijk aansluit op de wensen van de mensen. Voor het wonen geldt dat cliënten met meer geld inderdaad meer keuzemogelijkheden hebben, maar dat is niet anders dan in de rest van de maatschappij.
Ik streef naar een goede kwaliteit van verblijfszorg voor de meest kwetsbaren in de samenleving. De basiszorg moet voor een ieder goed en toegankelijk zijn. Ik heb er geen bezwaar tegen als er op het gebied van het wonen – net als in de rest van de samenleving – meer diversiteit gaat ontstaan.
Ik ben van mening dat zowel in particuliere als in reguliere zorginstellingen voldoende en goed gekwalificeerd personeel onder goede arbeidsomstandigheden en met een grote toewijding goede zorg kan bieden. Dit sluit diversiteit op het gebied van wonen niet uit.