Ingediend | 18 april 2013 |
---|---|
Beantwoord | 31 mei 2013 (na 43 dagen) |
Indiener | Pierre Heijnen (PvdA) |
Beantwoord door | Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA) |
Onderwerpen | bestuur gemeenten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z07919.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2419.html |
Ja.
De gevolgde procedure is niet in overeenstemming met de circulaire. Daarin staat dat de stemming hoofdelijk dient te geschieden, terwijl er met stembriefjes (en dus geheim) is gestemd.
In de circulaire, die om de paar jaar wordt herzien, is voor het eerst aan dit aspect van de procedure aandacht besteed. Uit verschillende signalen blijkt dat de circulaire op dit punt aanleiding geeft tot vragen, nu in de praktijk kennelijk op uiteenlopende wijzen wordt gestemd. Voor zover men met stembriefjes (en dus geheim) stemt, voelt men zich daarbij gesteund door de tekst van artikel 31, eerste lid, van de Gemeentewet. Daarin is bepaald dat de stemming over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen geheim is.
Naar mijn interpretatie behoort de stemming bij dergelijke aanbevelingen hoofdelijk te geschieden. Artikel 31 ziet op stemmingen voor niet-politieke functies. Stemmingen over aanbevelingen inzake de burgemeester of over de benoeming van wethouders vallen naar mijn mening niet onder artikel 31. Ik baseer mij daarbij onder meer op de overweging dat het bij dergelijke stemmingen niet zo kan zijn dat bij het staken van de stemmen artikel 31, derde lid, van toepassing is dat bepaalt dat in dat geval uiteindelijk, dat wil zeggen na herstemming in dezelfde vergadering, het lot beslist. Ik meen dat, nu in de artikelen over de totstandkoming van aanbevelingen inzake de burgemeester (artikelen 61 e.v.) respectievelijk het artikel over de benoeming van wethouders (artikel3 geen specifieke bepalingen over de stemming zijn opgenomen, de hoofdregel inzake stemmingen van artikel 32 van toepassing is. Dat artikel bepaalt in het eerste lid dat hoofdelijk wordt gestemd. Het vijfde lid van dat artikel bepaalt dat ingeval de stemmen staken, tenzij de vergadering voltallig is, in een volgende vergadering opnieuw wordt gestemd en indien de stemmen dan opnieuw staken het voorstel niet is aangenomen. Ik kan mij echter voorstellen dat dit in de praktijk, gelet op de letterlijke tekst van artikel 31, tot vragen leidt. Uit het juridisch advies dat is ingewonnen bij prof. mr. D.J. Elzinga, hoogleraar staatsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, is gebleken dat het naar zijn mening geen kwestie is van de toepasselijkheid van artikel 31 of artikel 32, maar dat de gemeenteraad de vrijheid heeft om tussen beide artikelen te kiezen. Nu een zo grote verscheidenheid van opvattingen blijkt te bestaan, meen ik dat de wetgever op dit punt duidelijkheid moet verschaffen. Ik ben daarom voornemens een wijziging van de Gemeentewet te bevorderen, waarin de hiervoor door mij bepleite lijn wordt vastgelegd. Tot die tijd zal ik de gemeenteraden vragen alvast dienovereenkomstig te handelen. Indien een gemeenteraad niettemin kiest voor een geheime stemming, acht ik dat overkomelijk.
Ik heb een wetsvoorstel tot wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Waterschapswet (institutionele bepalingen) voorbereid, welke zoals toegezegd nog voor het zomerreces bij de Tweede Kamer zal worden ingediend. Dat wetsvoorstel bevat ook enkele maatregelen ter verbetering van de procedure tot herbenoeming.
Zie antwoord vraag 5.
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Heijnen (PvdA) over de gevolgde procedure inzake de herbenoeming van de burgemeester van Assen, die werden ingezonden op 18 april 2013 met kenmerk 2013Z07919, deel ik u mee dat het niet mogelijk is gebleken deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. Alvorens de vragen te beantwoorden wordt nog advies ingewonnen. Ik streef ernaar de vragen zo snel mogelijk te beantwoorden.