Ingediend | 4 maart 2013 |
---|---|
Beantwoord | 17 april 2013 (na 44 dagen) |
Indiener | Esther Ouwehand (PvdD) |
Beantwoord door | Sharon Dijksma (staatssecretaris economische zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z04145.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-1987.html |
Mij zijn geen onderzoeksgegevens bekend die bovenstaande bewering kunnen bevestigen of ontkennen. Het is uiteraard niet wenselijk dat aangelegde faunavoorzieningen niet als zodanig functioneren. Zie verder mijn antwoord op de vragen 3, 5 en 6.
Faunavoorzieningen worden in de regel aangelegd in het kader van het Meerjarenprogramma Ontsnippering. Door Rijkswaterstaat zijn in dat kader vele honderden faunapassages en vele honderden kilometers raster, onder meer om dieren naar die passages te geleiden, aangelegd. Rijkswaterstaat organiseert zelf inspectie en onderhoud van faunavoorzieningen en heeft daarvoor richtlijnen opgesteld.2 Ook door provincies, waterschappen, gemeenten en particuliere organisaties worden dergelijke voorzieningen getroffen. Het is mij niet bekend hoe deze organisaties op het functioneren van faunavoorzieningen controleren.
Indien het gaat om overtredingen van de Flora- en faunawet of voorzieningen die zijn voorgeschreven op grond van een ontheffing ex artikel 75 van die wet, kan ik handhavend optreden. De afgelopen drie jaar is door Dienst Regelingen in 200 gevallen afgedwongen dat de vereiste faunavoorzieningen alsnog werden gerealiseerd of, indien deze niet functioneerden, werden gerepareerd. In de meeste gevallen zijn de beheerders tot herstel van de faunavoorzieningen overgegaan, zodat geen sancties behoefden te worden opgelegd. Het betrof hier niet slechts faunapassages, maar ook andere faunavoorzieningen zoals nestgelegenheid voor vogels, vleermuiskasten, voortplantingspoelen voor amfibieën e.d.
Zoals vermeld in mijn antwoord op vraag 3 beperkt mijn verantwoordelijkheid en bevoegdheid zich tot voorzieningen die zijn gerelateerd aan overtredingen van de Flora- en faunawet en voorzieningen die zijn voorgeschreven op grond van een ontheffing ex artikel 75 Flora- en faunawet. In voorkomende gevallen wordt bestuurlijk handhavend opgetreden.
De publicatie in Vakblad Natuur, Bos en Landschap heeft dezelfde strekking als de publicatie waarnaar u in vraag 1 verwijst. Als dit allemaal klopt, is dat reden voor zorg. Ik kan echter deze beweringen nu niet bevestigen.
Ik verwijs u verder naar het antwoord op vraag 6.
Eenieder die gebreken aan faunavoorzieningen constateert, kan de verantwoordelijke beheerder daarop aanspreken en, indien de voorziening voortkomt uit verplichtingen voortvloeiend uit de Natuurbeschermingswet 1998 of de Flora- en faunawet, een handhavingsverzoek indienen bij respectievelijk de provincie dan wel Dienst Regelingen van mijn ministerie. Ik roep dan ook iedereen op dit ook te doen. Ik zal zelf de verschillende terreinbeherende organisaties en de gemeenten en provincies benaderen en hen vragen te bezien of er inderdaad een achteruitgang is in het functioneren van faunavoorzieningen.