Ingediend | 21 januari 2013 |
---|---|
Beantwoord | 25 februari 2013 (na 35 dagen) |
Indiener | Agnes Mulder (CDA) |
Beantwoord door | Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD), Lilianne Ploumen (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | economie handel internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z00851.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-1367.html |
De analyse van de Europese Commissie betreft een vertrouwelijk document in het kader van een lopend antisubsidie onderzoek. Ik kan dan ook niet inhoudelijk ingaan op deze analyse.
Wanneer de Europese Commissie een voorstel doet voor het instellen van compenserende rechten, dan beoordeelt het kabinet dit voorstel op een aantal aspecten, namelijk de aanwezigheid van handelsverstorende subsidies, de geleden schade door de Europese producenten, het verband tussen de subsidies en de geleden schade en het bredere belang van de Unie (inclusief de belangen van handelaren en gebruikers).
Ook in de huidige zaak kijkt het kabinet naar deze aspecten. Indien er sprake is van handelsverstorende subsidies en de Europese producenten schade ondervinden als gevolg van deze subsidies, dan staat het kabinet in principe achter het instellen van compenserende rechten om zo het level playing field te herstellen.
De Europese Commissie is sinds 22 februari 2012 bezig met het antisubsidie onderzoek naar gecoat staal uit China. Daarnaast is de Commissie sinds 21 december 2011 bezig met een antidumping onderzoek naar gecoat staal uit China. Het antidumping onderzoek heeft in september 2012 geleid tot het instellen van een voorlopig antidumping recht van 13,2 tot 57,8% van de douanewaarde, afhankelijk van de Chinese producent. Het antisubsidie onderzoek heeft niet geleid tot het opleggen van een voorlopig compenserend recht.
Het antisubsidie onderzoek moet binnen 13 maanden na aanvang leiden tot een beslissing over het al dan niet instellen van compenserend recht en het antidumping onderzoek moet binnen 15 maanden leiden tot een beslissing over het al dan niet instellen van een antidumping recht. Dat betekent dat beide procedures uiterlijk 21 maart 2013 moeten zijn afgerond. Daartoe moet de Europese Commissie eerst haar voorstellen presenteren aan de lidstaten in het Anti-dumping Comité. Vervolgens gaan de voorstellen via de Raadswerkgroep Handelsvraagstukken naar de Raad van Ministers. De lidstaten kunnen in de Raad de voorstellen van de Europese Commissie met enkelvoudige meerderheid aanvaarden of verwerpen.
De antisubsidie en antidumping onderzoeken richten zich alleen op gecoat staal uit China. Dat is waar de Europese industrie (de «klagende partij») om heeft gevraagd.
Ik neem aan dat u met beklede staalproducten bedoelt gecoat staal. Zie antwoord op vraag 2.
De basismetaalindustrie waar de staalindustrie een onderdeel van is, is een belangrijke industrie voor Nederland. Het zorgt voor een bijdrage aan de werkgelegenheid van 20 000 mensen en een bruto toegevoegde waarde van bijna € 2 miljard per jaar. De industrie exporteert jaarlijks voor bijna € 6 miljard wereldwijd, maar voornamelijk binnen Europa. Het kabinet volgt de concurrentiepositie van deze sector op Europees en mondiaal niveau en streeft daarbij naar handhaving van een level playing field.
Nederland kijkt met interesse naar het lopende overleg in Europa over de moeilijke situatie van de staalindustrie op dit moment. Nederland zal deelnemen aan de High Level Roundtable voor de staalindustrie, waarvan de eerstvolgende bijeenkomst plaats zal vinden op 12 februari aanstaande. Daar zullen voorstellen worden gedaan om het concurrentievermogen te vergroten op het gebied van energie, klimaatbeleid, duurzaamheid, R&D, handel, grondstoffen, werkgelegenheid en scholing.