Ingediend | 28 december 2012 |
---|---|
Beantwoord | 29 januari 2013 (na 32 dagen) |
Indiener | Jan de Wit |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | recht rechtspraak |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z23009.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-1125.html |
De bedoelde hoge transactie houdt in dat twee dochtervennootschappen van Ballast Nedam de voor de geconstateerde strafbare feiten maximale geldboete betalen en dat het wederrechtelijk verkregen voordeel tot een bedrag van 15,7 miljoen wordt ontnomen. Het transactievoorstel is conform de Aanwijzing hoge en bijzondere transacties aan mij ter instemming voorgelegd. Ik ben van oordeel dat deze hoge transactie in dit bijzondere geval, na afweging van alle belangen, een passende afdoening vormt, te meer nu de maximale boete overeen is gekomen. Ik wijs er verder op dat aan een rechtspersoon slechts een financiële sanctie kan worden opgelegd.
Het onderzoek naar derden wordt voortgezet en Ballast Nedam heeft toegezegd haar medewerking aan het doorlopende onderzoek te zullen verlenen. Het enkele feit van deze schikking betekent niet dat er in dit onderzoek geen openbare verantwoording voor de strafrechter zal plaatsvinden.
Zie antwoord vraag 1.
Nee. Aan deze hoge transactie kunnen voor toekomstige gevallen geen rechten worden ontleend. Voor elke transactie geldt dat deze, gelet op de concrete omstandigheden van het geval, een passende afdoening moet vormen. Voor hoge transacties geldt deze eis des te sterker. In de Aanwijzing hoge en bijzondere transacties is daarom het uitgangspunt «dagvaarden, tenzij» opgenomen. Door verschillende omstandigheden kan evenwel een hoge transactie een passende afdoening vormen. In alle gevallen is sprake van maatwerk. Dat maakt dat in elke zaak opnieuw naar de omstandigheden van dat geval een afweging moet worden gemaakt. In mijn brief van 29 juni 2011 aan uw Kamer (Kamerstukken II, vergaderjaar 2010–2011, 29 911, nr. 53) ben ik uitvoerig ingegaan op de achtergronden van de hoge transactie en de factoren die een rol kunnen spelen bij de aanbieding van een hoge transactie.
Zie antwoord vraag 1.
De strafrechtelijke vervolging van de bedoelde Nederlandse ambtsdrager is als gevolg van de buitengerechtelijke afdoening met Ballast Nedam niet beëindigd. De zaak tegen de Nederlandse ambtsdrager en de andere hoofdverdachten wordt op een openbare zitting behandeld.
Ik heb geen aanleiding om met het OM opnieuw te overleggen over de wenselijkheid van schikkingen. Elke hoge transactie die aan mij ter instemming wordt voorgelegd zal ik beoordelen met inachtneming van de kaders van de Aanwijzing hoge transactie, zoals nader uiteengezet in mijn hiervoor aangehaalde brief van 29 juni 2011.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid De Wit (SP) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over (ingezonden 28 december 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.