Ingediend | 6 december 2012 |
---|---|
Beantwoord | 21 januari 2013 (na 46 dagen) |
Indiener | Agnes Wolbert (PvdA) |
Beantwoord door | Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA), Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | gezondheidsrisico's zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z21274.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-1053.html |
Ik ben op de hoogte van dit bericht.
Het feit dat 95% van de verloskundigen zwangere vrouwen adviseert om geen alcohol te drinken, is een mooi resultaat. Temeer omdat eerstelijns verloskundigen 80% van alle zwangere vrouwen zien. Door de activiteiten van het Partnership Vroegsignalering Alcohol (PVA) verwacht ik dat met name onder huisartsen en verloskundigen een (nog) groter bewustzijn wordt gecreëerd. Het PVA zal het knelpunt voor wat betreft gynaecologen onder de aandacht brengen via de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG), waarmee samenwerking op het gebied van vroegsignalering plaatsvindt.
Ik ben van mening dat elke professional op de hoogte dient te zijn van de gevaren van alcoholgebruik tijdens de zwangerschap. Het is mogelijk dat een nuladvies niet wordt gegeven door een gebrek aan deze kennis. De beroepsgroepen hebben, daar waar het gaat om alcohol en zwangerschap, de taak om de inhoud en het belang van de door hun gevolgde richtlijnen kenbaar te maken aan hun professionals.
Ten aanzien van communicatie en voorlichting rond zwangerschap zijn de afgelopen jaren belangrijke stappen gezet. Bijvoorbeeld de ontwikkeling van eenduidig preconceptievoorlichtingsmateriaal, die financieel door het ministerie is ondersteund. Betrokken veldpartijen hebben, gecoördineerd door het RIVM, onder meer de brochure «Kinderen krijgen? Een goede start begint vóór de zwangerschap», de publiekswebsite www.strakszwangerworden.nl en de communicatietoolkit voor professionals «Zwanger worden» ontwikkeld. Hierin is voorlichting opgenomen rond de gevaren van alcoholgebruik vóór en tijdens de zwangerschap.
Landelijke partijen uit de verloskundige zorgverlening, de openbare gezondheidszorg en thema-instituten die betrokken zijn bij preconceptievoorlichting, zijn primair verantwoordelijk voor (de inhoud van) het voorlichtingsmateriaal. Vanaf 2012 vindt de afstemming tussen deze partijen hierover grotendeels plaats binnen de commissie voorlichting en preconceptiezorg van het College Perinatale Zorg (CPZ).
Deze mening sluit aan op mijn inzet in de afgelopen periode. Het ministerie ondersteunt het project Healthy Pregnancy 4 All, dat het Erasmus MC uitvoert in 14 gemeenten. Binnen dit project wordt ondermeer programmatische preconceptievoorlichting ontwikkeld, welke toegesneden is op vrouwen die zich bevinden in een achterstandssituatie. Wanneer de faal- en succesfactoren van de aanpak bekend zijn, komen de methodieken voor alle gemeenten beschikbaar.
Ook in de ontwikkeling van het voorlichtingsmateriaal voor professionals (zie antwoord2 is op mijn verzoek expliciet rekening gehouden met risicogroepen zoals vrouwen met een lage sociaal economische status.
In de Wet publieke gezondheid is vastgelegd dat Colleges van B&W er zorg voor dragen dat prenatale voorlichting aan aanstaande ouders plaatsvindt. Gemeenten mogen zelf de doelgroep, de vorm en de aanbieders van prenatale voorlichting in hun gemeente bepalen. Dit kunnen JGZ-instellingen zijn, maar ook bijvoorbeeld thuiszorginstellingen, verloskundigen en kraamverzorgenden, al dan niet in samenwerking met elkaar. Betrokken veldpartijen zijn zoals gezegd primair verantwoordelijk voor de (inhoud van de) voorlichting (zie antwoord3.
Zoals blijkt uit mijn antwoord op vraag 6, zijn gemeenten vrij om te bepalen in welke vorm en omvang de prenatale voorlichting wordt aangeboden. Zorgprofessionals blijven verantwoordelijk voor de begeleiding (inclusief de voorlichting) van zwangeren volgens de geldende richtlijnen en standaarden.
De vragen van het Kamerlid Wolbert (PvdA) over het gebruik van alcohol tijden de zwangerschap (2012Z21274) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat nadere afstemming noodzakelijk is. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.