Kamervraag 2012Z18804

De publieke functies van de heer Meijdam

Ingediend 6 november 2012
Beantwoord 21 november 2012 (na 15 dagen)
Indieners Farshad Bashir , Henk van Gerven
Beantwoord door Melanie Schultz van Haegen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD)
Onderwerpen bestuur provincies
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z18804.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-787.html
  • Vraag 1
    Wat is uw oordeel over de publieke functies van de voorzitter van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur, de heer Meijdam, tevens voorzitter van de commissie Meijdam, die onderzoek doet in verband met de permanente structuur voor de OV-chipkaart, nu zijn integriteit ter discussie staat en hij de schijn van belangenverstrengeling op zich heeft geladen?1

    Ik acht de integriteit en het vermijden van belangenverstrengeling voor publieke ambtsdragers van het grootste belang. Ik ben het met u eens dat personen die een publieke functie uitoefenen van onbesproken gedrag dienen te zijn. In de evaluatie van de kaderwet adviescolleges is door het kabinet geconstateerd dat de transparantie over nevenfuncties en belangen van raadsleden bij de meeste adviescolleges verbetering behoeft. Daarbij teken ik aan dat vanwege de gewenste maatschappelijke ervaring en positie waarop raadsleden worden geselecteerd, het risico van belangenverstrengeling nooit helemaal kan worden uitgesloten.
    Om de transparantie te borgen zijn ten aanzien van de Rli enkele zaken geregeld.
    Ten eerste bestaan binnen de Rli heldere afspraken omtrent de samenstelling van commissies die de verantwoordelijkheid dragen voor het opstellen van adviezen. Zo nodig worden verschillende tegengestelde belangen in commissies vertegenwoordigd.
    Ten tweede zal de Rli een code belangenverstrengeling opstellen en toepassen. Met de raad heb ik daarbij afgesproken dat de komende maanden een systeem zal worden opgezet dat inzicht moet bieden in de nevenfuncties en belangen van raadsleden.
    Ten derde heb ik met de voorzitter van de Rli al ruim vóór zijn aantreden afspraken gemaakt dat hij zijn activiteiten als belangenbehartiger voor plots en posities van bouwbedrijven en ontwikkelaars zou staken, na afronding van lopende opdrachten. Deze activiteiten heeft hij versneld beëindigd, teneinde zelfs de kans op een schijn van belangenverstrengeling te vermijden.
    Ik zie er op toe dat de genoemde afspraken nauwgezet worden nagekomen en ben van mening dat daarmee voldoende waarborgen zijn ingebouwd. Ik zie dan ook geen aanleiding om aanvullende maatregelen te treffen, dat geldt tevens voor zijn functioneren als voorzitter van de commissie Meijdam.
    Voor wat betreft de deskundigheid op het gebied van gevaarlijke stoffen binnen de RLI, verwijs ik u naar de beantwoording van de vragen die het lid Paulus Jansen (SP) hierover heeft gesteld (Aanhangsel handelingen 2011–2012, nr. 3262).

  • Vraag 2
    Vindt u niet dat hij per direct moet terugtreden in het belang van de publieke zaak, omdat het, bij het dienen van deze zaak, belangrijk is dat personen van onbesproken gedrag dienen te zijn? Zo neen, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Welke stappen gaat u in deze ondernemen?

    Zie antwoord vraag 1.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2012Z18804
Volledige titel: De publieke functies van de heer Meijdam
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20122013-787
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Van Gerven, Bashir en Van Tongeren inzake publieke functies voorzitter Raad voor de Leefomgeving