Ingediend | 23 oktober 2012 |
---|---|
Beantwoord | 23 november 2012 (na 31 dagen) |
Indiener | Mei Li Vos (PvdA) |
Beantwoord door | Maxime Verhagen (CDA) |
Onderwerpen | natuur en milieu openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten water |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z17782.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-631.html |
Ik heb kennisgenomen van het artikel «Megatarieven voor bluswater» in
Het Financieele Dagblad van 19 oktober 2012 waarin wordt bericht over een voorgenomen verhoging van het tarief dat drinkwaterbedrijf Oasen hanteert voor bluswateraansluitingen.
Op de website van de Vereniging van drinkwaterbedrijven in Nederland (Vewin) is een overzicht te vinden van verschillende tarieven en producten omtrent waterlevering door drinkwaterbedrijven. Op grond van de Drinkwaterwet zijn drinkwaterbedrijven verplicht om de tarieven voor hun drinkwatertaken inclusief de totstandkoming daarvan openbaar te maken.
Omdat bluswater geen onderdeel is van de wettelijke taak van waterbedrijven, zijn de wettelijke bepalingen, waaronder de openbaarmaking- en transparantieplicht, daarop niet van toepassing. Op de website van drinkwaterbedrijf Oasen zijn overigens de vastrechttarieven voor de zakelijke markt vermeld op basis waarvan de tarieven voor een bluswaterinstallatie zijn gebaseerd.
Aan uiteenlopende tarieven voor bluswateraansluitingen kunnen verschillende verklaringen ten grondslag liggen. Zo kunnen prijsverschillen mogelijk worden verklaard door de aard en omvang van een aansluiting, waarbij de eisen ten behoeve van brandveiligheid een rol spelen. Ook kunnen tariefverschillen voortkomen uit verschillen in geografische omstandigheden en verschillen in efficiëntie tussen drinkwaterbedrijven. Volgens waterbedrijf Oasen is zij tarieven gaan hanteren waarbij klanten de kosten betalen die zij werkelijk maken.2 Ik heb geen inzicht in de werkelijke kosten van een bluswateraansluiting. Overigens hebben ook de gemeenten en provincies, als aandeelhouder van de drinkwaterbedrijven, een verantwoordelijkheid bij het vaststellen van de tarieven.
Zie antwoord vraag 2.
Omdat het wettelijk kader van de Drinkwaterwet niet geldt voor de levering van bluswater, zijn drinkwaterbedrijven vrij hun tarieven voor bluswateraansluitingen te bepalen. Wel dienen ondernemingen zich te houden aan het wettelijk kader van de Mededingingswet, waaronder het verbod op misbruik van een economische machtspositie en sinds 2011 ook het verbod op kruissubsidiëring. Op grond van het verbod op misbruik van een economische machtspositie mogen ondernemingen die beschikken over een economische machtspositie daarvan geen misbruik maken, bijvoorbeeld door concurrenten uit te sluiten of afnemers uit te buiten. Op grond van het verbod op kruissubsidiëring mogen drinkwaterbedrijven de inkomsten verkregen uit de openbare drinkwatervoorziening niet aanwenden voor andere (economische) activiteiten. Het is aan de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) om in individuele gevallen te bepalen of sprake is van een overtreding van de Mededingingswet.
Zoals ook wordt vermeld in het artikel waarnaar u verwijst, heeft de NMa in 2002 klachten ontvangen. Naar aanleiding van deze klachten heeft de voorloper van waterbedrijf Oasen, Hydron, besloten de verhoging van de bluswatertarieven gefaseerd in te voeren. De afnemers van Oasen zijn hier destijds van op de hoogte gesteld. De NMa heeft tot op heden geen nieuwe klachten ontvangen. Ik heb de NMa op de hoogte gebracht van de recente ontwikkelingen aangaande de bluswatertarieven van Oasen. De NMa heeft een onafhankelijke, eigenstandige bevoegdheid om een onderzoek te starten naar een mogelijke overtreding van de Mededingingswet.
Zie antwoord vraag 4.
Zoals het artikel in Het Financieele Dagblad ook benoemt, kiezen sommige ondernemers voor alternatieven voor een bluswateraansluiting, zoals een eigen voorraadkelder. Een bedrijf zal zelf moeten bezien in hoeverre een dergelijk alternatief realistisch is. Daarnaast kunnen ondernemingen een klacht indienen bij de NMa en zich wenden tot de gemeenten, die als aandeelhouder van drinkwaterbedrijf Oasen een verantwoordelijkheid hebben bij het vaststellen van alle watertarieven.