Ingediend | 4 oktober 2012 |
---|---|
Beantwoord | 30 oktober 2012 (na 26 dagen) |
Indieners | Jaco Geurts (CDA), Elbert Dijkgraaf (SGP) |
Beantwoord door | Henk Bleker (staatssecretaris economische zaken) (CDA) |
Onderwerpen | natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu ruimte en infrastructuur waterkeringen en waterbeheer |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z16725.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-399.html |
Op grond van artikel 10 van het Verdrag over de uitvoering van de Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium moeten Nederland en Vlaanderen hun geschillen over de toepassing, de uitlegging of de uitvoering van dit Verdrag in de eerste plaats regelen door middel van onderhandelingen. Als zij daarin niet slagen binnen een termijn van zes maanden kan een van de partijen het geschil voorleggen aan een scheidsgerecht, dat wil zeggen een arbitragezaak beginnen.
Vlaanderen heeft de artikel 10-procedure op 22 mei 2012 in gang gezet en kan op 22 november 2012 besluiten tot arbitrage. Volgens de bijlage bij genoemd Verdrag dienen beide partijen vervolgens uiterlijk binnen een maand elk twee arbiters te benoemen, waarna de aldus benoemde vier arbiters uiterlijk binnen een maand een vijfde arbiter kiezen. Het verdere procedurele verloop van de arbitragezaak wordt in overleg met het aldus opgerichte arbitragetribunaal bepaald.
Nee, de Europese Commissie heeft het oorspronkelijke alternatiefvoorstel van het kabinet (plan 17 juni 2011) niet aanvaard, daarom was destijds een nieuw voorstel nodig. Het huidige demissionaire kabinet heeft besluitvorming inzake de Hedwigepolder overgelaten aan het volgende kabinet. Daarnaast betreft de geschillenbeslechtingsprocedure enkel de toepassing, de uitlegging of de uitvoering van het Verdrag. De procedure omvat niet de politieke en ecologische beoordeling van alternatieven voor de verdragsrechtelijk bepaalde algehele ontpoldering van de Hedwigepolder
Ja, er is een relatief grote beleidsvrijheid binnen de kaders van de EU-Vogel- en Habitatrichtlijnen.
Het huidige demissionaire kabinet neemt geen actie in dezen en heeft besluitvorming aan het volgende kabinet overgelaten.
Ik ben bekend met het onderzoek van RWS over flexibel storten van baggerspecie. Dit gebeurt echter niet in het kader van buitendijkse maatregelen (pakket natuurherstel Westerschelde), maar in het kader van mitigerende maatregelen met betrekking tot de derde verruiming van de vaargeul van de Westerschelde. Presentatie van de voorlopige resultaten van dat onderzoek heeft plaatsgevonden. Het is nog te prematuur om definitieve conclusies te trekken.
Zie het antwoord op vraag 4.
Mijn bereidwilligheid hiertoe is ingehaald door de tijd.