Kamervraag 2012Z16322

De uitspraken van de staatssecretaris over de dood van een inbreker

Ingediend 27 september 2012
Beantwoord 17 oktober 2012 (na 20 dagen)
Indiener Nine Kooiman
Beantwoord door Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen criminaliteit openbare orde en veiligheid recht rechtspraak
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z16322.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-297.html
  • Vraag 1
    Wat bedoelt u precies met uw reactie op het geweldsincident in Diessen dat de dood van de vermoedelijke dader een inbrekersrisico betreft?1 Kunt u uw uitlatingen toelichten?

    Ik bedoelde daarmee dat iemand die in het huis van een ander inbreekt daarmee een risico neemt. De bewoner van een huis kan en mag zich verdedigen tegen de dreiging die van een inbreker uitgaat. Daarbij dienen uiteraard wel proportionaliteit en subsidiariteit in acht te worden genomen.

  • Vraag 2
    Waarom heeft u nu al zo duidelijk een standpunt ingenomen? Was het niet beter geweest niet te reageren op dit geweldsincident, nu nog onduidelijk is wat er precies gebeurd is en hiernaar door justitie onderzoek wordt verricht?

    Ik heb op een moment dat dit onderwerp actueel was in algemene zin sympathie willen uitspreken voor mensen die ongewild met inbrekers geconfronteerd worden en die zich verdedigen tegen de dreiging waarmee zij geconfronteerd worden. Ik heb geen oordeel gegeven over het specifieke incident in Diessen. Dat oordeel is ook niet aan mij, maar aan de rechter.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat er een verschil is tussen zelfverdediging, zoals geregeld in de wet, en het kiezen van eigenrichting, wat kan leiden tot extra slachtoffers? Op welke wijze dragen uw opmerkingen bij aan het maken van dit noodzakelijke onderscheid en het voorkomen van slachtoffers?

    Mijn opmerkingen zijn een ondersteuning voor mensen die, geconfronteerd met een inbreker in hun woning, zichzelf of hun goederen tegen deze dreiging verdedigen. Dit is inderdaad iets anders dan een oproep tot het kiezen van eigenrichting of het maken van slachtoffers.
    Het wettelijk kader over noodweer is helder. In artikel 41 van het Wetboek van Strafrecht wordt strafbaarheid uitgesloten indien de betrokkene gehandeld heeft uit noodweer of noodweerexces. Bij de beoordeling van de vraag of een geslaagd beroep kan worden gedaan op noodweer, wordt bezien of het strafbare feit is gepleegd ter verdediging van het eigen of andermans lichaam, eerbaarheid of goed. Deze verdediging dient noodzakelijk te zijn geweest en er moet sprake zijn geweest van een ogenblikkelijke (acute) en niet wettelijk toegestane aanval. Worden de grenzen van de noodzakelijke verdediging overschreden en is dat het onmiddellijke gevolg geweest van een hevige gemoedstoestand, dan zou er sprake kunnen zijn van de strafuitsluitingsgrond noodweerexces als bedoeld in artikel 41, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht. Indien het vermoeden bestaat dat iemand bij de verdediging van lijf, eerbaarheid of goed de grenzen van het toelaatbare heeft overschreden, dan kan dit leiden tot vervolging. In de Aanwijzing handelwijze bij beroep op noodweer (Stcrt. 21 december 2010, nr. 20474) staat beschreven op welk moment een verdachte in bovenstaand omschreven situatie alsnog aangehouden en (indien nodig) in verzekering kan worden gesteld.

  • Vraag 4
    Deelt u de vrees voor een spiraal van geweld, nu uw uitlatingen in de media er toe kunnen leiden dat slachtoffers van een inbraak of overval vaker met geweld gaan reageren, hetgeen er toe kan leiden dat inbrekers zich beter zullen bewapenen?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 5
    Waarom heeft u destijds zo ferm afstand genomen van het advies van de Landelijk overvalcoördinator van de politie dat het veiliger is voor mensen om te vluchten bij een woningoverval omdat is gebleken dat mensen die zich verzetten vaak gewond raken?2 3 Vindt u dit bij nader inzien nog steeds verstandig? Bent u van mening dat slachtoffers er goed aan doen de confrontatie aan te gaan?

    Of slachtoffers er goed aan doen om de confrontatie met een inbreker of overvaller aan te gaan hangt af van de omstandigheden van het geval, en valt noch door mij noch door de landelijk overvalcoördinator in algemene zin te beantwoorden. Waar het mij om gaat is dat er een klimaat van begrip is voor mensen die, geconfronteerd met een inbraak of overval, ervoor kiezen zichzelf te verdedigen. De uitspraak die aan de landelijk overvalcoördinator werd toegeschreven draagt niet bij aan een dergelijk klimaat, en om die reden heb ik daar afstand van genomen.

  • Vraag 6
    Bent u bereid uw opmerkingen terug te nemen en in het vervolg terughoudender te reageren op dergelijke incidenten, nu uw uitspraken wel eens opgevat zouden kunnen worden als een oproep tot eigenrichting en de grenzen, die de wet aan het recht op zelfverdediging stelt, onderbelicht dreigen te blijven? Zo nee, waarom niet?

    Nee. Ik verwijs naar het antwoord op de vragen 1 tot en met 5.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2012Z16322
Volledige titel: Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over zijn uitspraken over de dood van een inbreker (ingezonden 27 september 2012)
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20122013-297
Volledige titel: Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over zijn uitspraken over de dood van een inbreker (ingezonden 27 september 2012)