Ingediend | 24 augustus 2012 |
---|---|
Beantwoord | 11 september 2012 (na 18 dagen) |
Indiener | René Leegte (VVD) |
Beantwoord door | Joop Atsma (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (CDA) |
Onderwerpen | economie markttoezicht natuur en milieu organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z15341.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3430.html |
Ja.
Ja. Veel Nederlandse bedrijven zullen met de verplichte registratie te maken krijgen. Dit is een van de centrale doelstellingen van REACH.
Voor uitgebreidere achtergronden verwijs ik naar de Kamerstukken 30 600 A, B en C, alsmede 30 600, nrs. 1 t/m 14 inzake de behandeling van Uitvoeringswet EG-verordening registratie, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen (REACH), de brieven betreffende de onderhandelingen over de REACH-verordening, Kamerstukken 21 501-08, nrs. 197, 211 en 213, alsmede de brief over de gevolgen voor het Nederlandse bedrijfsleven (Kamerstukken 29 515, nr. 40.
Het antwoord op deze vraag hangt af van het MKB-bedrijf. Er zijn bedrijven die inderdaad de expertise ontberen en dus externe advisering moeten inschakelen. Andere MKB bedrijven zijn echter goed in staat om zelfstandig aan de REACH-vereisten te voldoen.
Voor de bedrijven die daar behoefte aan hebben werkt de Rijksoverheid samen met o.a. Agentschap NL, VNCI, VNO-NCW, de Kamers van Koophandel, MKB-Nederland en verschillende andere partners om MKB-bedrijven te helpen bij de implementatie van REACH. In het verslag van schriftelijk overleg op 8 juni jl. (Kamerstukken 21 501-08, nr. 429) heb ik toegelicht dat voor het MKB specifiek op het MKB toegesneden voorlichting en ondersteuning wordt verstrekt, dat de overheid speciale MKB bijeenkomsten organiseert en een Mentorenproject is gestart waarin ervaren en deskundige bedrijfsmensen MKB-bedrijven assisteren.
Ik heb een kosten- en batenonderzoek laten uitvoeren over de REACH uitvoering in Nederland. De resultaten heb ik u in april 2011 gezonden (Kamerstukken 21 501-08, nr. 369). Uit die evaluatie blijkt dat het bedrijfsleven van mening is dat de Nederlandse overheid zich maximaal en naar tevredenheid heeft ingezet om de administratieve lasten van REACH tot een minimum te beperken en REACH uitvoerbaar te maken. Chemische veiligheid is overigens wel een investering waard. Dat vindt ook het bedrijfsleven. Realisatie daarvan in Europees verband is voor Nederland een voorwaarde om zowel een level playing field te garanderen als de bescherming van mens en milieu te optimaliseren.
Inmiddels wordt steeds duidelijker dat de Nederlandse Topsector Chemie krachtiger en duurzamer wordt. Het toekomstperspectief van de Nederlandse chemische industrie is dan ook positief. De Nederlandse chemische sector zal tot 2030/2050 een substantiële groei doormaken. Voor een belangrijk deel is dat perspectief gebaseerd op de gunstige uitgangspositie van de sector. Dat blijkt uit een gezamenlijke studie van de VNCI en Deloitte die op 20 januari jl. gepubliceerd werd (http://www.heeftdechemietoekomst.nl/).
Voor het tweede deel van de vraag verwijs ik kortheidshalve naar mijn antwoord op vraag 3.
Nee. Het beeld dat de handhaving van de REACH-verordening op Europees niveau tekort schiet, herken ik niet. Sinds het van kracht worden van de REACH-verordening werken de EU-lidstaten nauw samen in het Forum, een comité van het Europees Agentschap voor Chemische Stoffen (ECHA). In dat kader zijn afspraken gemaakt over harmonisatie van de handhaving en worden ook gezamenlijke handhavingsprojecten uitgevoerd. Zij werken onderling nauw samen om van elkaar te leren en zo veel mogelijk op gelijke voet toezicht te houden.
Een van de voornaamste redenen om REACH tot stand te brengen was om geharmoniseerde Europese regelgeving te maken en daarmee versnipperde en uiteenlopende nationale regelgeving af te schaffen. Daarin zijn we met REACH goed geslaagd. Met REACH is de versnipperde stoffenregelgeving bijeen gebracht in één verordening, waardoor een groot aantal afzonderlijke regelgevingsinstrumenten is vervallen.
Belangrijker nog is dat de differentiatie tussen landen is afgenomen omdat er nu sprake is van één Europees regiem voor chemische stoffen. Binnen dat regiem kan een onderscheid gemaakt worden tussen toezicht op naleving van administratieve en op technische voorschriften. Inspectiediensten groeien daarin naar elkaar toe.
Zoals bij veel zaken is daarbij sprake van «learning by doing», vooral waar het gaat om nieuwe voorschriften.
In de REACH-verordening is bepaald dat de handhaving door de individuele lidstaten uitgevoerd moet worden en dat hierover gerapporteerd moet worden aan de Europese Commissie. De Europese Commissie ziet dus ook toe op de eenduidigheid van de handhavingsinspanningen van de lidstaten. In het kader van de evaluatie van REACH voert de Commissie bovendien een studie uit naar verbetering en versterking van de implementatie en handhaving van REACH. Verder is in de REACH-verordening wettelijk vastgelegd dat de afstemming tussen de lidstaten op het gebied van de handhaving plaatsvindt via het Forum, zoals ik ook in mijn antwoord op vraag 5 heb toegelicht. Er is in Europa geen Europese handhavende instantie omdat handhaving als een nationale bevoegdheid wordt beschouwd. Echter de noodzaak tot harmonisatie en samenwerking wordt breed erkend, en de samenwerking van lidstaten in het Forum illustreert hoe daaraan concreet invulling wordt gegeven.
Als de geharmoniseerde regelgeving voor chemische stoffen in Europa dermate verschillend wordt gehandhaafd dat er een ongelijk speelveld ontstaat voor bedrijven, dan is dat slecht voor de markt van Europese bedrijven. De organisatie en uitvoering van milieuwetgeving in Europa is divers en tussen alle 27 Europese lidstaten zitten ontegenzeggelijk verschillen. Daarom is in REACH voorzien in een samenwerking tussen Europese handhavingsinstanties om zoveel mogelijk geharmoniseerd en eenduidig op te treden, van elkaar te leren en een gelijke handhaving en naleving te garanderen. Het Forum, een Comité binnen het Europees Agentschap voor Chemische stoffen, is voor dat doel opgericht en namens de Nederlandse handhavingsautoriteiten is de ILT lid van het Forum. De Europese Commissie bewaakt de juiste implementatie en uitvoering van REACH in alle lidstaten.
Dit aspect is reeds onderdeel van de evaluatie van de uitvoering van REACH die de Europese Commissie uitvoert. De studies zijn te vinden op http://ec.europa.eu/enterprise/sectors/chemicals/documents/reach/review2012/index_en.htm. Kortheidshalve verwijs ik u daarnaar.
Naar verwachting zal de Europese Commissie eind oktober van dit jaar haar conclusies over de evaluatie van REACH aan de Milieuraad, de Raad voor Concurrentievermogen en het Europees Parlement aanbieden en daarmee wordt ook het effect van REACH en REACH handhaving op de concurrentiepositie en het functioneren van de Interne Markt in Europa geagendeerd. Overigens deel ik niet de opvatting dat er sprake is van een verstoord level playing field op Europees niveau. Op onderdelen is mogelijk sprake van een suboptimale uitvoering van de regelgeving door sommige lidstaten, hetgeen in de evaluatie van REACH zonder meer aan de orde zal komen. Maar in algemene zin zijn alle inspanningen met REACH gericht op verbetering van het level playing field op Europees niveau.