Ingediend | 24 augustus 2012 |
---|---|
Beantwoord | 4 oktober 2012 (na 41 dagen) |
Indiener | Henk Jan Ormel (CDA) |
Beantwoord door | Henk Bleker (staatssecretaris economische zaken) (CDA), Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit landbouw openbare orde en veiligheid voedselkwaliteit |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z15339.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-207.html |
Ik betreur dat deze proefvelden zijn vernield. Deze proefvelden zijn onderdeel van een project van de Wageningen University & Research centre, waarin wordt gewerkt aan een duurzame resistentie tegen aardappelziekten en een vermindering van 75% in het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Dit project biedt daarmee belangrijke kansen voor milieu, aardappeltelers en MKB-veredelingsbedrijven. Binnen dit project wordt veel aandacht besteed aan communicatie met de samenleving door middel van publieksdagen, voorlichting in het land en het uitnodigen van de pers. Voor de veldproef is een vergunning krachtens het Besluit genetisch gemodificeerde organismen Milieubeheer afgegeven door de Staatssecretaris van IenM. Uit de veiligheidsbeoordeling bleek dat de risico’s voor mens en milieu verwaarloosbaar klein zijn. Ook in deze procedure was ruimte voor het inbrengen van zienswijzen. Er is dus ruimschoots gelegenheid geboden aan mensen en partijen om op een open en constructieve manier uiting te geven aan hun zorgen of kritiek.
Aardappel is wereldwijd het derde gewas voor menselijke consumptie en met een productie van 325 miljoen ton (FAO, 2007) een pijler onder de wereldvoedselvoorziening. De aardappelziekte Phytophtora veroorzaakt wereldwijd grote oogstverliezen in deze teelt. Daarmee wordt de voedselzekerheid bedreigd. Vrijwel alle rassen zijn vatbaar voor deze ziekte. Als gevolg van de Phytophtora-schimmel worden er veel gewasbeschermingsmiddelen gebruikt.
In Nederland zijn de opbrengsten van de teelt van aardappel hoog. Een zeer groot deel van het nationale gebruik van chemische gewasbeschermingmiddelen is echter gericht op het bestrijden van deze ziekte. In ontwikkelingslanden kunnen de boeren zich deze chemische middelen vaak niet veroorloven en daar zijn de opbrengsten en de oogstzekerheid stukken lager.
In het Duurzame Resistentie tegen Phytophtora (DuRPh)-project worden, met genen uit wilde aardappelrassen («cisgenese»), bestaande aardappelrassen resistent gemaakt tegen deze ziekte. Tevens wordt een strategie ontwikkeld voor resistentiemanagement waardoor de resistentie zo lang mogelijk in stand blijft. De verwachting is dat het gebruik van chemische middelen tegen Phytophtora bij dergelijke aardappelen aanzienlijk kan worden verminderd, terwijl de oogstzekerheid belangrijk groter wordt. Langs deze lijnen draagt het onderzoek dus bij aan voedselzekerheid en verduurzaming van de productie in Nederland en daarbuiten.
Nederland vervult een belangrijke internationale positie als het gaat om agrarische kennisontwikkeling. Het behoeft geen verdere uitleg dat een veilig onderzoeksklimaat een primaire voorwaarde is om die positie te houden.
De vernielingen zijn bekend bij de politie. Naar de vernieling in Valthermond loopt een opsporingsonderzoek. In verband met de vernieling in Lelystad is de politie alert op daderindicaties met het oog op het opstarten van een opsporingsonderzoek.
Nee. De eerste vernieling vond medio juli 2012 plaats in Lelystad. Hierbij zijn planten uit de grond getrokken of geschopt. De tweede vernieling vond in de eerste helft van augustus 2012 plaats in Valthermond. Bij deze vernieling hebben de daders gebruik gemaakt van een herbicide.
Voor geen van beide vernielingen is de verantwoordelijkheid opgeëist. Ik kan niet op de resultaten van het onderzoek vooruit lopen.
Hierbij bericht ik u, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, dat de schriftelijke vragen van het lid Ormel (CDA) over de vernieling van proefvelden met aardappels in Valthermond en Lelystad (ingezonden 24 augustus 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.