Ingediend | 30 juli 2012 |
---|---|
Beantwoord | 17 augustus 2012 (na 18 dagen) |
Indieners | Tanja Jadnanansing (PvdA), Frans Timmermans (PvdA) |
Beantwoord door | Marja van Bijsterveldt (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA) |
Onderwerpen | bestuur onderwijs en wetenschap organisatie en beleid provincies |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z14783.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3214.html |
Ja, ik ben bekend met de uitspraken. Deze uitspraken komen ook terug in het provinciale Actieprogramma Zuid-Limburg, Een koers voor Limburg (25 april 2012). In het convenant Een koers voor Limburg (7 mei 2012) tussen de provincie en het rijk zijn afspraken gemaakt over de bijdrage van het rijk aan de realisatie van het Actieplan.
In het door u aangehaalde radio-interview uit de heer Jungbluth zijn zorg over dat in Limburg het talent van leerlingen niet ten volle wordt benut. Ik beschik niet over een indicatie dat de problemen vergelijkbaar zijn met die in de Randstad. Zo scoren de provincie Limburg en de steden Maastricht en Heerlen boven het landelijke gemiddelde op de Cito-eindtoets. Ik deel echter de ambitie om het aanwezige talent ten volle te benutten. In het onder vraag 1 genoemde convenant heeft het rijk daarom toegezegd deskundigheid ter beschikking te stellen wanneer Zuid-Limburg initiatieven op het terrein van onderwijs en bevolkingsdaling ontwikkelt en concrete knelpunten in de regelgeving vermoedt.
Er zijn mij geen onderzoeken bekend waaruit blijkt dat dit het geval is. Los van de exacte oorzaak deel ik de ambitie om onderbenutting van talent aan te pakken (zie ook vraag2.
Initiatieven voor prestatie- en motiviatieverbetering zoals het Actieprogramma Zuid-Limburg, waarin wordt benadrukt dat afstemming op de schaal van Zuid-Limburg noodzakelijk is voor de effectieve bestrijding van onderwijsachterstanden, juich ik als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van harte toe. Daarom heeft het rijk in het bijbehorende convenant toegezegd deskundigheid ter beschikking te stellen.
Zoals aangegeven is een dergelijk initiatief met het Actieplan Zuid-Limburg reeds van kracht, en steunt het rijk dit initiatief middels een convenant waarin afspraken zijn vastgelegd. Daarnaast hebben de schoolbesturen in Zuid-Limburg, evenals alle andere schoolbesturen in Nederland, in de prestatiebox aanvullende middelen ontvangen om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Het landelijke programma School aan Zet helpt de besturen om betere onderwijskwaliteit en hogere opbrengsten te realiseren. Bovendien kunnen zwakke en zeer zwakke scholen gebruik maken van de hulp die de PO-Raad aanbiedt, bijvoorbeeld door de Vliegende Brigade in te roepen. Al met al hebben de onderwijspartijen in Zuid-Limburg dus alle kans om, waar nodig, de onderwijskwaliteit te verbeteren en onderwijsachterstanden weg te werken.