Ingediend | 12 juli 2012 |
---|---|
Beantwoord | 23 augustus 2012 (na 42 dagen) |
Indieners | Ahmed Marcouch (PvdA), Jeroen Recourt (PvdA) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | recht rechtspraak |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z14447.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3279.html |
Ja.
Ja. Zodra er geen strafvorderlijk belang meer is dat zich hiertegen verzet, dienen de goederen te worden teruggegeven.
Het OM heeft mij bericht dat de betreffende goederen werden aangetroffen bij een persoon die verklaarde dat het om zijn eigen goederen ging. Er was onderzoek voor nodig om vast te stellen dat de goederen gekoppeld konden worden aan een tweetal inbraken. Vervolgens vormde nader onderzoek naar deze inbraken, en de weigering van de verdachte om afstand van de goederen te doen, een belemmering voor de onmiddellijke teruggave van de goederen aan de slachtoffers. Na het afronden van het onderzoek heeft het helaas nog een maand geduurd voordat de goederen zijn teruggegeven, terwijl deze onmiddellijk na het beëindigen van het onderzoek geretourneerd hadden kunnen worden. Ik betreur deze gang van zaken. Overigens is de uiteindelijke beslissing tot teruggave van de goederen niet genomen onder druk van openbaarmaking.
Aandacht voor slachtoffers is een speerpunt voor het OM. Dit blijkt onder meer uit de Aanwijzing slachtofferzorg en de OM-visie op slachtofferzorg. Het belang van een snelle afhandeling van beslag, waaronder de mogelijkheden van artikel 116 Sv., zal binnen het OM worden benadrukt.
Een algemene termijn waarbinnen slachtoffers hun goederen kunnen ontvangen valt niet te geven, omdat dit mede afhangt van het verloop van het strafrechtelijk onderzoek. In dit kader is het wetsvoorstel conservatoir beslag ten behoeve van slachtoffers van belang, dat bij uw Kamer aanhangig is (Kamerstukken II, vergaderjaar 2011–2012, 33 295, nr. 2. Dit omvat onder andere een wijziging van artikel 552a, eerste lid, Sv., waarmee voor slachtoffers de mogelijkheid ontstaat om beklag te doen als het OM besluit om geen gebruik te maken van de mogelijkheid van artikel 116, vierde lid, Sv. om het goed in bewaring te geven bij het slachtoffer.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het leden Marcouch en Recourt (beiden PvdA) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over trage teruggave van gestolen goederen (ingezonden 12 juli 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.