Ingediend | 11 juli 2012 |
---|---|
Beantwoord | 21 augustus 2012 (na 41 dagen) |
Indieners | Sietse Fritsma (PVV), Geert Wilders (PVV) |
Beantwoord door | Leers |
Onderwerpen | migratie en integratie organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z14396.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3226.html |
Om precies na te gaan wat de reden is dat Nederland een relatief hoog inwilligingspercentage heeft ten opzichte van de meeste andere Europese lidstaten, zou een uitgebreide dossiervergelijking nodig zijn tussen een groot aantal individuele dossiers van elk van die lidstaten. Daarbij zou niet alleen de precieze aard van de (beleids)beslissingen moeten worden onderzocht, maar zou tevens een vergelijking moeten worden gemaakt van het profiel van de asielzoekers en hun asielrelaas, zoals die deel uitmaken van de instroom van de lidstaten. Deze onderliggende gegevens bij de inwillingingspercentages zijn voor Nederland niet beschikbaar en reeds daarom is het niet mogelijk deze analyse te maken.
Mogelijk is het verschil in inwilligingspercentage mede toe te schrijven aan de aard van de Nederlandse asielprocedure en de aandacht voor het snel afdoen van kansloze aanvragen in de korte aanmeldcentrumprocedure. Nederland is met de introductie van de aanmeldcentra en de toenmalige 24-uursprocedure koploper geweest binnen Europa in het neerzetten van een korte procedure waarin kansloze aanvragen werden afgedaan. Dit stelsel is sindsdien met een aantal belangrijke verbeteringen steeds verder uitgebouwd. Het is zeer wel mogelijk dat daarmee Nederland weinig aantrekkelijk is voor vreemdelingen die geen bescherming tegen terugkeer behoeven, maar toch door middel van een asielprocedure toegang tot Europa zoeken. Vanuit dat perspectief is een lage instroom van asielzoekers met kansloze aanvragen wenselijk en kan een relatief hoog inwilligingspercentage (mede) worden verklaard.
Dat neemt evenwel niet weg dat het van belang is dat een vergelijkbaar asielverzoek in verschillende lidstaten tot een zelfde uitkomst dient te leiden. Dit heeft, naast de individuele waarborgen voor de asielzoeker, tevens als doel om asielshoppen maximaal tegen te gaan.
De totstandkoming van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (GEAS) heeft dit als uitgangspunt. Daar waar verschillen in beoordeling bestaan heeft de Europese Commissie de taak om te waarborgen dat lidstaten voldoen aan de Europese regelgeving en heeft het Europees Asielbureau (EASO) een ondersteunende rol in het harmoniseren van het beleid. In de daartoe geëigende Europese gremia vraagt Nederland hier ook steeds aandacht voor. Ik zal daarnaast de Europese Commissie vragen onderzoek te doen naar de onderliggende redenen van de verschillen tussen de inwilligingspercentages van de lidstaten.
Zie antwoord vraag 1.
De belangrijkste herkomstlanden voor asielaanvragen in Nederland waren de afgelopen jaren Irak, Afghanistan en Somalië. De inwilligingspercentages voor deze aanvragen in 2011 waren respectievelijk 52%, 44% en 65%.
Verschillen in inwilligingspercentages zijn erg moeilijk te verklaren. In de eerste plaats is de beoordeling van een asielaanvraag afhankelijk van de vraag in hoeverre de individuele aanvraag aan de voorwaarden voldoet. Daarbij speelt de situatie in een herkomstland een grote rol.
Nee. Het kabinet heeft als belangrijk uitgangspunt neergelegd dat Nederland bescherming biedt aan personen die in het land van herkomst vervolging of onmenselijke behandeling vrezen conform de daartoe geldende internationale verdragen en internationaal recht. Het is evident dat het kabinet dit geen absurd uitgangspunt acht. Het instellen van een quotum of het opzeggen van het Vluchtelingenverdrag verdraagt zich niet met dit uitgangspunt en is daarom niet aan de orde.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van de leden Fritsma en Wilders (beiden PVV) over het bericht dat Nederland relatief veel asielaanvragen inwilligt (ingezonden 11 juli 2012), deel ik u mee dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De oorzaak hiervan is dat nog niet alle gegevens zijn verkregen die voor de beantwoording nodig zijn. Beantwoording zal plaatsvinden zodra meer informatie is verkregen.