Ingediend | 6 juli 2012 |
---|---|
Beantwoord | 29 augustus 2012 (na 54 dagen) |
Indiener | Betty de Boer (VVD) |
Beantwoord door | Liesbeth Spies (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | criminaliteit huisvesting huren en verhuren openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z14238.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3322.html |
Ja.
Uit diverse strafrechtelijke onderzoeken in de regio blijkt dat personen die zich bezig houden met georganiseerde criminaliteit woningen misbruiken in de geliberaliseerde sector. Hoewel moet worden aangenomen dat dit over buiten deze regio voorkomt, bestaat daardaarover geen volledig beeld. De afgelopen jaren heeft in Amsterdam een aantal opsporingsonderzoeken plaats gevonden naar malafide woningbemiddelaars. Er wordt niet alleen strafrechtelijk opgetreden tegen malafide woningbemiddelaars; de problematiek wordt integraal aangepakt door de politie, gemeente, belastingdienst en Openbaar Ministerie. In datzelfde kader zijn de voorwaarden die de gemeente Amsterdam stelt aan woning- en kamerbemiddelingsbureaus onlangs aangepast. Fraude en het crimineel gebruik van woningen wordt in gezamenlijkheid zo veel mogelijk tegengegaan.
Daarnaast worden door bonafide woningverhuurders zelf interne richtlijnen opgesteld die het misbruik van woningen door de (georganiseerde) criminaliteit bemoeilijken.
Het tegengaan van misbruik van woningen voor criminele doeleinden verdient een strenge aanpak. In dit kader verwijs ik ook naar de verplichtingen die een makelaar heeft op basis van de Wet ter voorkoming van witwassen en het financieren van terrorisme (WWFT). De makelaar moet onderzoek doen naar zijn cliënt (identiteit, herkomst vermogen etc.) en moet een ongebruikelijke transactie melden bij de Financial Intelligence Unit. Wanneer geconstateerd wordt dat er sprake is van deze problematiek, moeten de betrokken instanties in gezamenlijkheid optreden en deze praktijken streng aanpakken.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid De Boer (VVD) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het Amsterdamse «convenant tegen verhuur aan criminelen» (ingezonden 6 juli 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.