Ingediend | 3 juli 2012 |
---|---|
Beantwoord | 21 september 2012 (na 80 dagen) |
Indiener | Jhim van Bemmel (PVV) |
Beantwoord door | Liesbeth Spies (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA), Melanie Schultz van Haegen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD) |
Onderwerpen | bestuur bouwnijverheid economie gemeenten ruimte en infrastructuur ruimtelijke ordening |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z13541.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-43.html |
Ja, het artikel is mij bekend.
Kantooreigenaren zijn primair probleemhouder: zij zullen bij langdurige leegstand van kantoorpanden in hun bezit zelf moeten zorgen voor een oplossing. Dan gaat het om zaken als afwaardering (komen tot een reële waarde waardoor een pand weer verkoopbaar wordt), transformatie en/of sloop. Partijen kunnen daarnaast zelf – op vrijwillige basis en naar eigen inzicht – een regionaal kantorenfonds oprichten. Dit neemt niet weg dat de situatie op de kantorenmarkt een bredere uitstraling heeft. Het leidt tot aantasting van het vestigings- en investeringsklimaat, tot verpaupering en verloedering van een gebied – zeker bij een concentratie van veel leegstand op een bepaalde locatie – en stagnatie van gebiedsontwikkeling.
Om die reden heeft het Rijk ook het initiatief genomen om met alle betrokkenen te zoeken naar oplossingen. Dit heeft geresulteerd in het convenant Aanpak leegstand kantoren (TK stukken 33 000-XII nr. 136). In dit convenant nemen alle partijen, zowel markt als overheid, hun verantwoordelijkheid.
In het convenant is vastgesteld dat op regionaal niveau afspraken worden gemaakt over ruimtelijke beleidskaders en dat actie wordt ondernomen om de leegstand terug te dringen en transformatie te bevorderen. In dat kader ben ik blij te zien dat de gemeente Amsterdam de problematiek rond kantorenleegstand erkent en ook alvast samen met andere gemeenten binnen de regio nadenkt over de mogelijkheden van een regionaal kantorenfonds. De gemeente Amsterdam heeft zelf veel grond in eigendom. De eventuele bijdrage aan een kantorenfonds wil de gemeente financieren vanuit de grondopbrengsten bij nieuwbouw van kantoren. Hierbij geldt overigens dat de gemeente in 2011 al beleid heeft aangenomen om kantorenplannen te schrappen en zeer terughoudend om te gaan met het uitgeven van grond voor nieuwe kantoren. De grondopbrengsten zijn onderdeel van de overige eigen inkomsten van gemeenten en zijn vrij besteedbare middelen die de gemeente genereert door haar grondpositie. De nadere uitwerking van een kantorenfonds zal uiteraard – conform het convenant – niet strijdig mogen zijn met Europese en/of nationale mededingingsregels.
Zie antwoord vraag 2.
Het is goed mogelijk dat andere gemeenten het voorbeeld van de gemeente Amsterdam zullen volgen.
Mijns inziens betreft het hier een duidelijk geval van gemeentelijke autonomie. In samenspraak met mijn collega van I&M kan ik u laten weten dat wij niet van plan zijn de gemeente Amsterdam hierop aan te spreken, dan wel een mededeling uit te doen via de VNG.