Ingediend | 28 juni 2012 |
---|---|
Beantwoord | 29 augustus 2012 (na 62 dagen) |
Indiener | Khadija Arib (PvdA) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | verzekeringen zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z13223.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3329.html |
Recentelijk heeft de NZa mij geadviseerd om te onderzoeken of de prikkels die de eigen bijdrage voor de kraamzorg en gebruik van de verloskamer en infrastructuur van het ziekenhuis bij poliklinische bevallingen en bevallingen in geboortecentra opleveren, zoals overbehandeling en hogere kosten, geneutraliseerd kunnen worden. Bijvoorbeeld door te werken met een gedifferentieerde eigen bijdrage of de eigen bijdrage evenredig bij de verschillende bevallingslocaties te verdelen. De NZa adviseert tevens om de samenhang met het wettelijk verplicht eigen risico, welke in het geval van een bevalling met medische indicatie betaald dient te worden, bij dit onderzoek te betrekken. Gezien mijn demissionaire status zal ik de opvolging van dit advies aan mijn opvolger overlaten.
In 2008 is door de gezamenlijke beroepsgroepen (NVOG, KNOV, NvA) een nieuwe richtlijn pijnbestrijding tijdens de bevalling geschreven. In die richtlijn is epidurale pijnbestrijding gekwalificeerd als een effectieve en veilige vorm van pijnbestrijding. Deze richtlijn heeft in de ziekenhuizen geleid tot verhoogde beschikbaarheid. Hiermee hebben de ziekenhuizen tegemoet proberen te komen aan vraag van de bevallende vrouw.
Uit de gegevens van de St. Perinatale Registratie Nederland (PRN, 2009) blijkt dat van alle vrouwen die spontaan bevielen, er in 10,23% van de gevallen epidurale analgesie (ruggenprik) is gegeven. In 1,77% van de bevallingen met een start in de eerste lijn vindt er om reden van pijnstilling overdracht naar de tweedelijn plaats. Er is de afgelopen 10 jaar een stijging van het aantal ruggenprikken te zien van 3,22% in 2000 naar 10,23% in 2009, zowel bij bevallingen die in de eerste lijn starten als bij bevallingen die in de tweede lijn starten.
Er is op dit moment geen onderzoek bekend waaruit dit blijkt. Ik kan hier dan ook geen uitspraken over doen.
Zie antwoord vraag 3.
Uitgangspunt is dat vrouwen een eigen keuze kunnen maken in de locatie van de bevalling. Hiervoor geldt uiteraard wel de begrenzing van de richtlijnen van de beroepsgroepen die aangeven of het veilig is om op een bepaalde locatie te bevallen.
Zie mijn antwoord op vraag 1.
Zie antwoord vraag 6.
De vragen van het Kamerlid Arib (PvdA) over eigen bijdrage voor bevallen in het ziekenhuis of geboortecentrum (2012Z13223) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is mijn afwezigheid tijdens het reces. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de kamervragen doen toekomen.