Kamervraag 2012Z12414

De effectiviteit van ecoducten

Ingediend 20 juni 2012
Beantwoord 16 juli 2012 (na 26 dagen)
Indiener Stientje van Veldhoven (D66)
Beantwoord door Henk Bleker (staatssecretaris economische zaken) (CDA)
Onderwerpen natuur en milieu organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z12414.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3063.html
1. De Nederlandse Jager, nr 11, 24 mei 2012.
2. Van der Grift, E.A., Dirksen, J., Ottburg, F.G.W.A. en R. Pouwels (2010) Recreatief Medegebruik van Ecoducten (Wageningen: Alterra).
3. Kamerstuk 32 500 XIII, nr. 166.
  • Vraag 1
    Hebt u kennis kunnen nemen van het artikel «Ecoduct of Ecodroom»?1 en het Alterra-rapport over het recreatief gebruik van ecoducten?2

    Ja.

  • Vraag 2
    Onderschrijft u de aanbevelingen uit het Alterra rapport als het gaat om de minimaal voorgeschreven breedte van ecoducten van 40 tot 60 meter, waarbij de ruimte voor recreanten niet is inbegrepen?

    In het Alterra-rapport 2 097 zijn de conclusies omgezet in concrete richtlijnen voor ontwerp en inrichting van een ecoduct met recreatief medegebruik. Onder meer wordt voorgesteld om «de minimale breedte af te stemmen op de in de literatuur en handboeken aanbevolen breedte voor ecoducten: 40–60 meter.» Er is dus geen sprake van een «minimaal voorgeschreven breedte».
    De breedte van een ecoduct wordt overigens in belangrijke mate door de doelsoorten bepaald. Voor een edelhert is een breedte van 30 à 50 meter vereist, een ree kan uit de voeten met een breedte van 15 meter. Voor andere, kleinere diersoorten kan een geringere breedte volstaan.
    De meeste bestaande ecoducten in Nederland over rijkswegen hebben een breedte tussen 40–54 meter. Slechts zes zijn smaller, nl. tussen 15–30 meter.
    Het betreft de ecoducten Kootwijk, Boerskotte en De Borkeld (alle over de A1), Autenase kade en Beesdsche Veld over de A2 en Slabroek over de A50.

  • Vraag 3
    Kunt u aangeven welke ecoducten in Nederland niet voldoen aan de minimaal voorgeschreven breedte van 40 tot 60 meter, exclusief ruimte voor recreanten, zoals genoemd in het Alterra rapport?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    In welke mate zijn de verdere aanbevelingen van het Alterra rapport (zoals het bundelen van paden voor recreatief gebruik en de visuele afscherming van het recreatieve pad en de natuurzone) leidend bij het ontwerp en de aanleg van nieuwe ecoducten?

    Bij ecoducten met recreatief medegebruik dient bij ontwerp en aanleg rekening te worden gehouden met functionele eisen als de recreatie-vormen die aan de orde zijn, hoe bundeling van paden voor recreatief medegebruik slim is in te passen en welke vorm van fysieke en visuele afscherming mogelijk is. Deze worden in een inrichtingsplan opgenomen.

  • Vraag 5
    Bent u van mening dat het ecoduct De Borkeld bij de Sallandse Heuvelrug, dat volgens het bericht in het blad «De Nederlandse Jager» ook open wordt gesteld aan ruiters, met een breedte van hooguit 15 meter nauwelijks meer gebruikt zal worden door overstekend wild?

    Het beleid is er op gericht recreatief medegebruik van ecoducten mogelijk te maken, tenzij de primaire functie van de faunapassage wordt aangetast. Bij ecoduct de Borkeld gaat het om een (nog niet gestart) onderzoek (praktijkproef), dat maximaal twee jaar zal duren, naar de effecten van het combineren van het ecologische deel met een ruiterpad. De proef kan worden beëindigd als blijkt dat de primaire functie van het ecoduct wordt belemmerd.
    Het Alterra-rapport concludeert (ondermeer) dat ecoducten met recreatief medegebruik wat betreft het aantal passages van een soort niet per definitie minder goed functioneren dan ecoducten zonder recreatief medegebruik. Op basis hiervan lijkt het citaat in «De Nederlandse Jager» over de veronderstelde onbruikbaarheid van ecoduct De Borkeld mij dan ook voorbarig.

  • Vraag 6
    Is de conclusie van «De Nederlandse Jager» over de bruikbaarheid van ecoduct De Borkeld bij de Sallandse Heuvelrug niet in strijd met het beleid zoals genoemd in de brief van 28 december 20103, waarin u aangeeft dat recreatief gebruik van faunapassages wordt toegestaan tenzij de primaire functie van de faunapassage wordt aangetast? Wordt bij de bouw van ecoducten in Nederland vooraf rekening gehouden met eventuele recreanten die ook gebruik maken van de ecoducten?

    Zie antwoord vraag 5.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2012Z12414
Volledige titel: De effectiviteit van ecoducten
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20112012-3063
Volledige titel: Antwoord vragen van het lid Van Veldhoven over de effectiviteit van ecoducten