Ingediend | 15 juni 2012 |
---|---|
Beantwoord | 2 juli 2012 (na 17 dagen) |
Indiener | Sadet Karabulut |
Beantwoord door | Liesbeth Spies (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | huisvesting huren en verhuren |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z12108.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3012.html |
Op basis van de Huisvestingswet kan er op gemeentelijk niveau gestuurd worden op het splitsen van woningen. De gemeente Amsterdam is primair verantwoordelijk voor de handhaving hiervan.
Waar het bericht melding maakt van «Donnerpunten» ga ik ervan uit, dat hiermee wordt gedoeld op de maatregel, inzake de maximaal 25 extra woningwaarderingspunten (WWS-punten), die per 1 oktober 2011 is ingevoerd.
Deze maatregel is niet gericht op het mogelijk maken van meer splitsingen en liberalisatie in Amsterdam. Doel van deze maatregel is om bij de maximale huurprijs meer rekening te kunnen houden met de gewildheid van de woning in schaarstegebieden. Dat de gewildheid van een woning huurders bereid maakt een geliberaliseerde huurprijs te betalen, en dat deze maatregel dat mogelijk maakt acht ik geen ongewenst effect. Daarbij kan liberalisatie alleen optreden op het moment dat een woning opnieuw wordt verhuurd. De huurder heeft in een dergelijk geval de keuze om de woning wel of niet te gaan huren.
Gemeenten kunnen via prestatieafspraken met corporaties zorgen voor voldoende woningen voor de doelgroep, bijvoorbeeld in verband met grote woningschaarste in gewilde gebieden.
Gemeenten kunnen voorts inzake het splitsen van woningen gebruik maken van de mogelijkheden die de Huisvestingswet biedt om te sturen op de woonruimteverdeling en de woonruimtevoorraad. Wanneer Amsterdam in zijn huidige huisvestingsverordening heeft staan dat woningen gesplitst en samengevoegd kunnen worden boven een bepaalde prijsgrens en deze prijsgrens door de maatregel inzake de maximaal 25 extra WWS-punten onder druk komt te staan dan kan de gemeente haar verordening daar op aanpassen.
Overigens is een tweede effect van het meer rekening houden met de gewildheid, dat corporaties en projectontwikkelaars gemakkelijker projecten voor binnenstedelijk bouwen tot stand kunnen brengen omdat zij daarvoor een hogere huur kunnen vragen. Dit stimuleert dus de woningbouw in gewilde gebieden met grote woningschaarste.
De aangegeven effecten zijn voor mij geen aanleiding om de maatregel inzake de maximaal 25 WWS-punten terug te draaien.
De maximaal 25 extra WWS-punten leiden niet tot hogere huurprijzen bij lopende huurovereenkomsten. De huurprijzen van deze huurovereenkomsten kunnen alleen worden verhoogd op grond van een contractuele indexering of op grond van de reguliere jaarlijkse huurverhoging. De huurcommissie kan, na een bezwaar van de huurder, toetsen of de reguliere huurverhoging het maximale percentage overschrijdt. Dit huurverhogingspercentage is sinds enkele jaren gelijk aan inflatie; per 1 juli 2012 bedraagt dit maximale huurverhogingspercentage 2,3%.
De maximaal 25 extra WWS-punten kunnen alleen leiden tot hogere huurprijzen bij nieuwe verhuringen. Dit laat onverlet, dat de maximale huurprijs van een woning kan worden bepaald aan de hand van het totaal van WWS-punten. Dit totaal bepaalt dan ook of een huurprijs van € 1 800 per maand, of een huurprijs van € 1 000 per maand voor 30m2, gerechtvaardigd is.
Om te voorkomen dat bij een nieuwe huurovereenkomst een huurprijs van € 1 800 of € 1 000 per maand wordt gevraagd die de maximale huurprijs overschrijdt, is voorzien in een procedure bij de huurcommissie. Deze procedure houdt in dat een huurder zich tot de huurcommissie kan wenden binnen zes maanden na ingangsdatum van die huurovereenkomst.