Ingediend | 4 juni 2012 |
---|---|
Beantwoord | 11 juli 2012 (na 37 dagen) |
Indiener | Maarten Haverkamp (CDA) |
Beantwoord door | Marja van Bijsterveldt (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie media |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z11059.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3031.html |
In de periode 2009–2011 hebben de provincies de overeengekomen indexering op het structurele subsidieniveau toegepast. Ik wil u verwijzen naar de evaluatie van het Commissariaat voor de Media van november 2011.2 Voor 2012 en verder is mij bekend dat verschillende provincies willen bezuinigen op het budget van de regionale publieke omroep. Ik heb de volgende informatie over de stand van zaken in de verschillende provincies:
In de volgende provincies bestaan voornemens om de reguliere budgetten van de regionale omroep te verlagen, maar officiële besluiten zijn er nog niet: Flevoland (20% per 2015), Gelderland (10% per 2014), Overijssel (10%), Drenthe (€ 75 000 in 2012 oplopend tot € 125 000 in 2015 en geen extra middelen per 2013) en Zeeland (2% in 2012, 4% in 2013 en 6% in 2014).
Er is contact geweest met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is echter pas eventueel aan zet als de besluitvorming in de verschillende provincies en de lopende bezwaar- en beroepsprocedures zijn afgerond.
Ik ben bekend met de uitspraken. Volgens de rechter in beide uitspraken vloeit uit de zorgplicht voort dat de provincie een subsidie moet verlenen die gelijk is aan het budget 2004 plus een reële index zoals afgesproken, tenzij de kosten op andere wijze zijn gedekt dan wel de provincie aannemelijk maakt dat de regionale omroep met een lager bedrag het in 2004 bestaande niveau van activiteiten met betrekking tot de verzorging van media-aanbod kan realiseren. RTV Noord-Holland heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem. Ik wacht de uitkomst daarvan af. Voorts verwijs ik naar de antwoorden op de aangehaalde eerdere Kamervragen.8
Ik ben bekend met de handhavingsverzoeken en de reactie van het Commissariaat voor de Media. De zorgplicht is bij de toezichtsartikelen van het Commissariaat genoemd met het doel om het Commissariaat in staat te stellen doorlopend te monitoren en informatie te verzamelen voor de driejaarlijkse9 evaluatie. Op basis daarvan kan het Commissariaat de provincies wijzen op hun zorgplicht. Zoals uit de parlementaire geschiedenis van het zorgplichtartikel volgt, zijn echter bewust geen sanctiebevoegdheden aan het Commissariaat gegeven.10 Tegen de besluiten van de provincies over de budgetten kunnen regionale omroepen bezwaar maken en beroep en hoger beroep instellen bij de bestuursrechter. Het is dan aan de bestuursrechter om vast te stellen of een provincie zijn wettelijke verplichtingen nakomt. De weg via de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is een aller-uiterste middel en pas aan de orde als provincies zich niet aan de wet houden. Omdat de besluitvorming in de diverse provincies nog niet is afgerond en bezwaar- en beroepsprocedures nog lopen, heeft het Commissariaat verzoeken om zich te wenden tot de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties afgehouden teneinde die procedures niet te doorkruisen. Dit is conform de gebruikelijke handelwijze van het Commissariaat.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.