Ingediend | 4 juni 2012 |
---|---|
Beantwoord | 19 juni 2012 (na 15 dagen) |
Indieners | Han ten Broeke (VVD), Alexander Pechtold (D66) |
Beantwoord door | Uri Rosenthal (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie internationaal media organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z11056.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2815.html |
Ja.
Het is mij bekend dat de Nederlandse organisatoren menen dat zij door middel van onjuiste en verzonnen informatie in de betreffende uitzending in diskrediet zijn gebracht. Ik beschik echter niet over aanwijzingen dat deze eenmalige uitzending het werk van de betreffende Nederlandse organisaties zal bemoeilijken, noch dat deze negatieve effecten zal hebben op het werk en de veiligheid van partners van de Nederlandse organisaties in het land zelf.
De EU, OVSE en Raad van Europa uiten regelmatig hun zorgen over de beperkte interpretatie van Azerbeidzjan van mediavrijheid en vrijheid van vereniging en vergadering, en de gevolgen daarvan voor journalisten en mensenrechtenactivisten. Nederland deelt deze zorgen.
De Nederlandse ambassadeur in Azerbeidzjan heeft de kwestie aan de orde gesteld bij de Azerbeidjaanse regering. Hij zal, waar dit zinvol is, in zijn contacten duidelijk maken waar deze organisaties voor staan en hoe Nederland aankijkt tegen hun werk.
De persvrijheid in Azerbeidzjan is beperkt. Nederland ondersteunt daarom sinds geruime tijd projecten van de OVSE en NGO’s ter bevordering van de mediavrijheid in Azerbeidzjan. Hiertoe worden het mensenrechtenfonds en het MATRA-programma benut. Nederland zet zich voorts in om bij het Internet Governance Forum in Baku (6–9 november a.s.) internetvrijheid op de agenda te zetten.
Het betreft hier een eenmalig nieuwsitem van enkele minuten. Mij is vooralsnog niet gebleken dat de betreffende organisaties hierdoor worden belemmerd in hun werkzaamheden en ondersteuning behoeven.
Ja. Ik heb met minister Mammadyarov uitgebreid gesproken over de mensenrechtensituatie in Azerbeidzjan en de rol van NGO’s. Ik heb daarbij aangegeven dat, ook los van de kritiek, het in het belang van Azerbeidzjan is een hoog niveau van respect voor mensenrechten en de rechtsstaat te garanderen.