Kamervraag 2012Z10931

Het oneigenlijk gebruik van de pensioenknip

Ingediend 1 juni 2012
Beantwoord 22 juni 2012 (na 21 dagen)
Indiener Helma Lodders (VVD)
Beantwoord door Henk Kamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (VVD)
Onderwerpen arbeidsvoorwaarden werk
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z10931.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2874.html
1. Financieel Dagblad, 9 mei 2012.
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht: «Pensioenknip verzekert werknemers van pensioenverlies»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Kunt u aangeven wat de bekendheid is met de «pensioenknip» bij deelnemers en bij verzekeraars?

    Nee, de bekendheid bij deelnemers en verzekeraars met de pensioenknip wordt niet gemeten. Ik ga er vanuit dat deelnemers en pensioenuitvoerders op de hoogte zijn van de mogelijkheid om het pensioen gesplitst te kunnen inkopen. De tijdelijke regeling pensioenknip2 schrijft namelijk voor dat pensioenuitvoerders degenen die ervoor in aanmerking komen, actief wijzen op de mogelijkheid en de voorwaarden van de pensioenknip. Het Verbond van Verzekeraars heeft mij desgevraagd bevestigd dat verzekeraars bekend zijn met de pensioenknip en dat zij deelnemers enkele maanden voor pensionering over de mogelijkheid ervan informeren.

  • Vraag 3
    Kunt u aangeven waarom het aantal mensen dat gebruik maakt van de pensioenknip beperkt is? Deelt u de mening dat onbekendheid over de regeling bij deelnemers en/of bij verzekeraars kan bijdragen aan het beperkte gebruik?

    Het Verbond van Verzekeraars heeft mij desgevraagd laten weten dat voor zover hen bekend het gebruik van de knip inderdaad beperkt is. Zoals ik op vraag 2 heb geantwoord, heeft dit in mijn ogen niet te maken met onbekendheid. Verzekeraars dragen aan dat degenen die van de pensioenknip gebruik kunnen maken, daar in de praktijk vaak van af zien vanwege de eraan verbonden risico’s. Mensen blijken over het algemeen risico avers. De knip biedt de gelegenheid om te kunnen profiteren als de rente stijgt, zodat een hogere uitkering kan worden ingekocht. Dat de rente stijgt, staat niet vast. Sinds de introductie van de pensioenknip is de rente verder gedaald. Het risico op (verdere) rentedaling brengt deelnemers er vaak toe de pensioenknip achterwege te laten.

  • Vraag 4
    Bent u bekend met signalen dat verzekeraars weigeren de pensioenknip toe te passen? Wat kunnen de reden hiervan zijn? Kunt u aangeven wat de instrumenten zijn van deelnemers om het toepassen van de (wettelijke plicht op een) pensioenknip bij pensioenuitvoerders af te dwingen?

    Bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) zijn over 2011 en 2012 vier klachten binnengekomen over verzekeraars die weigeren de pensioenknip toe te passen op pensioendatum. Het gaat telkens om situaties waarin de deelnemer op pensioendatum de uitkering bij een andere uitvoerder heeft ingekocht dan waar het pensioen is opgebouwd (zogenaamde shoppen) en vervolgens van de pensioenknip gebruik wil maken.
    Het Verbond van Verzekeraars onderkent dat het in die specifieke situaties kan voorkomen dat verzekeraars medewerking aan de pensioenknip weigeren. Dit heeft in de ogen van het Verbond een technische oorzaak die verband houdt met de tijdelijke regeling pensioenknip. Die kent de bepaling dat het risicoprofiel van de beleggingen van het resterend kapitaal (voor de levenslange uitkering) vergelijkbaar of lager moet zijn dan op het moment van inkoop van de tijdelijke uitkering. Deze bepaling belet dat tijdens de periode van de tijdelijke uitkering zeer risicovol wordt belegd. De beleggingsmixen van pensioenuitvoerders zijn divers en hun risicoprofielen daardoor niet altijd eenvoudig vergelijkbaar. De aangehaalde bepaling uit de regeling leidt ertoe dat het volgens verzekeraars in de praktijk niet mogelijk is om «shoppers» de mogelijkheid van de pensioenknip aan te bieden.
    Als een deelnemer, gewezen deelnemer of andere aanspraakgerechtigde verzoekt om gesplitste aankoop van het pensioen en er is voldaan aan de voorwaarden van de regeling, dan is de pensioenuitvoerder verplicht om aan dat verzoek mee te werken. Als een pensioenuitvoerder deze medewerking weigert, kan betrokkene de uitvoerder daarop aanspreken en als dat niet tot medewerking leidt naar de rechter stappen. Dat geldt ook voor de boven beschreven specifieke situaties.

  • Vraag 5
    Wat vindt u er van dat sommige pensioenuitvoerders bij gebruik van de pensioenknip een veel lagere rente vaststellen voor de eerste uitkeringsperiode waardoor de pensioenknip veel minder aantrekkelijk wordt?

    Pensioenuitvoerders moeten de tijdelijke uitkering inkopen tegen de geldende, korte marktrente. Die is op dit moment laag en lager dan de lange rente.

  • Vraag 6
    Wat vindt u er van dat sommige pensioenuitvoerders er voor kiezen om enkel mee te werken aan de pensioenknip door het gehele kapitaal op te eisen, zonder het recht op aankoop bij een andere uitvoerder na afloop van de eerste uitkeringsperiode (de knip)?

    De regeling schrijft niet voor dat betrokkene na afloop van de tijdelijke uitkering het recht heeft om de tweede, levenslange uitkering bij een andere uitvoerder aan te kopen. Betrokkene heeft dus voor het inkopen van de tweede, levenslange uitkering geen recht op shoppen. Er is één wettelijk moment waarop de mogelijkheid van shoppen moet worden aangeboden, namelijk pensioeningangsdatum.
    Ik heb het Verbond van Verzekeraars gevraagd naar de praktijk bij shoppen voor de inkoop van de tweede, levenslange uitkering. Het Verbond zijn geen situaties bekend waarin een gepensioneerde erom heeft verzocht om bij de aankoop van de levenslange uitkering te kunnen shoppen. Verzekeraars laten overigens weten dat een dergelijke shopmogelijkheid om praktische redenen onuitvoerbaar zou zijn. De gepensioneerde kan op elk gewenst moment tijdens de tijdelijke uitkering de levenslange uitkering inkopen, die ingaat aansluitend aan de tijdelijke uitkering. Het (rest)kapitaal voor de levenslange uitkering staat echter vast bij de verzekeraar waar de tijdelijke uitkering is ingekocht. Deze verzekeraar kan daarom geen koopsom storten bij een andere verzekeraar als de aankoop van de levenslange uitkering plaatsvindt tijdens de looptijd van de tijdelijke uitkering. Dat is in theorie wel mogelijk na afloop van de tijdelijke uitkering.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2012Z10931
Volledige titel: Het oneigenlijk gebruik van de pensioenknip
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20112012-2874
Volledige titel: Antwoord vragen van het lid Lodders over “het oneigenlijk gebruik van de pensioenknip”