Ingediend | 10 mei 2012 |
---|---|
Beantwoord | 4 juni 2012 (na 25 dagen) |
Indiener | Jeroen de Lange (PvdA) |
Beantwoord door | Knapen (CDA) |
Onderwerpen | economie handel internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z09637.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2687.html |
Ja.
Hoewel de onderhandelingen nu en dan stroef verliepen, heeft de gedeelde uitkomst omtrent het nieuwe Doha Mandaat van UNCTAD de goede wil getoond en basis gelegd voor wederzijdse samenwerking.
De EU-landen, waaronder Nederland, hebben zich bij de totstandkoming van de slottekst van UNCTAD XIII gericht op het totstandbrengen van een voor alle landen aanvaardbare slottekst. Met name tussen de G77+China en verschillende economisch hoogontwikkelde landen waren er meningsverschillen van principiële aard. Mede door het optreden van het Deense voorzitterschap kon uiteindelijk overeenstemming op alle punten worden bereikt.
UNCTAD kan een waardevolle bijdrage leveren bij het analyseren van de effecten van de financiële crisis op ontwikkelingslanden. Hierbij moet UNCTAD wel binnen haar mandaat blijven en zich richten op de onderwerpen waar ze een comparatief voordeel heeft opgebouwd. Deze voorwaarde is van belang om doublures met andere organisaties op dit terrein te voorkomen en de beperkte capaciteit bij UNCTAD niet te zwaar te belasten.
Een evenwichtig financieel-economisch beleid is essentieel voor ontwikkelingslanden. Dat betekent ook dat ontwikkelingslanden een tempo van liberalisering kiezen dat in het belang is van de eigen economische ontwikkeling. Verschillende internationale instituties ondersteunen dit. Ik acht dit ook van groot belang.
Over de rol en invloed van UNCTAD op dat terrein valt geen eenduidig oordeel te vellen. De organisatie heeft gedurende jaren een reputatie verworven van een weinig efficiënte, zwaar gepolitiseerde organisatie, waar op enkele uitzonderingen na, matig onderzoekswerk werd verricht. In de afgelopen jaren heeft de organisatie beleidsinhoudelijk weer de weg naar boven gevonden, onder andere door samenwerking aan te gaan met organisaties als de WTO en de Wereldbank.
Zie antwoord vraag 4.